Posts tonen met het label vrouw. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vrouw. Alle posts tonen

maandag 13 juni 2016

your streets (English)

your streets
are the wrinkles
on your skin
that my fingertips
were made for

the doors
on each side of the road
and pavements I feel
touching the endings
of my limbs

are
mostly
unseen
untouched
unrecognized by me

yet
always there
as the keepers of secrets
I’m unable to read between
the lines that shift

the nude architecture
of you from random city view
to a never spoken body
language
I’m learning to speak

to understand
to get used to
in a daily routine
every single time I’m
trying to reach

something
I believe defines
the essence that makes you
you that makes me
want more of your dreams

told
with subtle silent whispers
sliding just around the corners
and curves and clouds
you’re covered in

your streets
turn me into one of many
vampires cursed and blessed
with an urge to manifest fangs
to make you bleed

to get drunk on life
to give you some back
to make you grow higher
than the skies I’ll grab when I
look up to you without a

desire
to leave
your landmarks and face
I only want to paint in words with
the tongue and lips I use to say ‘hi’

M.S.

donderdag 9 juni 2016

bloemenjurkjes horen naar

bloemenjurkjes horen naar
zomer
te ruiken

niet naar het zweet
dat zich langs gespierde kuiten
aan voeten werpt

niet naar de shampoo
die het haar vlak na opstaan
deed krullen alsof ze krols was

niet naar het speeksel
dat zich mengt met sappen en dranken
en woorden die ze in haar slaap sprak

niet naar het leer
dat zich om de enkel heeft gewreven
om schurend een hoogtepunt te maken

niet naar het parfum
waarmee vrijers gisteravond waren gelokt
en afhaakten na in haar velden te zijn verdwaald

niet naar verregende bossen
die niets weten van richtingaanwijzers
om je naar haar meest opwindende plekje te leiden

bloemenjurkjes horen naar
zomer te ruiken
zoals de jouwe altijd doen

M.S.

donderdag 5 mei 2016

in mijn tienerjaren

in mijn tienerjaren
leerde ik dat
de mooiste vrouwen
een huid hadden
zo gaaf
zo bleek
als het meest kostbare marmer

ze droegen stoffen
die speels om hun rondingen
waren gewikkeld

als accentuering
als geheimhouding

geen goede
want je hoort ze roepen
‘ik verhul iets moois’
vaak midden
in de natuur
als kers
op de taart

nu vraag ik mij af
of de zon mij dan verplicht
zo’n klassieke te vangen
met wat inkt
of de stoute schoenen
maar aan moet trekken
haar richting op

toegegeven, vandaag
is een zeer geschikte dag
voor een mooi gedicht dat
ze kan dragen

op de huid
op papier

indien ongewenst
indien te intiem

is de Maas slechts
op een steenworp afstand
en de hongerige meeuwen
kijken zichtbaar uit
naar leesvoer

in mijn tienerjaren
leerde ik dat
de klassieken hele andere
tijden waren
niet te vergelijken
met waarin ik nu leef

M.S.

dinsdag 21 oktober 2014

Helena

Ze kijkt je diep,
lang,
in luttele seconden
aan
met een blik van
hier
staat jouw ondergang,

hier sta ik,
jouw
liefde, lust en leven-
dood
vind je terug
in
al mijn lichaamssappen, vlees

en woorden die als
kwijl
op je zullen
vallen
als ik je overrompel,

als ik je daar
laat
in de avond,
nakijkend
naar mijn roodschemerende haar

waaronder ik het daglicht
verborg-
jij gaat de
ochtend
nooit halen, kijkt te
diep
in mijn vensterglazen.

M.S.

dinsdag 23 september 2014

Als de vrouw het lulletje rozenwater laat lopen

Geïnspireerd op het gedicht 'De verliefde man' door Von Solo

Als de vrouw het lulletje rozenwater laat lopen
omdat ze juist de klootzak wil krijgen-
als die op zijn beurt ten onder gaat aan blijven dromen,
of juist het klootzakkenniveau begint te ontstijgen-

als je in plaats van te kussen eerder vuil loopt te bekken,
vechten je hersens in pannen om vet aan te trekken-
als ouwehoeren figureren als moeders
vechten bazen eerder om het bakken dan dat ze zullen poetsen-

als de vrouw een klootzak krijgen kan
vertrekken tortelduiven per direct naar Rotterdam-
want de vrouw wil geen verliefde man,
daar krijgt ze simpelweg de schijt van.

M.S.

zondag 31 augustus 2014

Winnende gedicht vandaag op Pomgedichten.nl

Wolken dreven hoog toen
ik vergat een dichter te zijn
als zij mij kwam ontmoeten,

als ik haar ging opzoeken
zonder regels mee te nemen
die mij weg moesten houden

van leven volgens het boekje.
Ik vergat een dichter te zijn
die rozen kon creëren voor de vrouw

die zij als lieflijke buien
kon bewenen en erdoor overrompeld
raken alsof een duizend warme truien.

Ik vergat een dichter te zijn, mens te zijn,
bleek ontvoerd te zijn door wolken
in het hoofd- ze dreef hoger, toen.

M.S.

NB: 'Ja de nieuwe gorter heet vandaag Miguel Santos!' - Pom Wolff, Pomgedichten.nl.

vrijdag 22 februari 2013

Luchtkasteel

Met mijn hoofd
In de wolken droom
Ik een luchtkasteel
Waar mijn Penelopeia en ik
Gelukzalig wonen.

Waar zij haar schoonheid
En haar stralende lach strooit
Naar alle windstreken,
Sta ik achter haar,
Wakend met pijl en boog.

Elke dag lijken er meer en meer
Vrijers af te komen op ons luchtkasteel,
Proberen met ladders omhoog
Te klimmen- ik zie overal demonen
Met engelenmaskers op.

Maar hoe hoger ze komen
Des te bloeddorstiger hun hoektanden
Lijken te worden, smachtend naar de hals
Van mijn liefde- mijn handen
Kiezen berekenend de vijanden

Die het gevaarlijkst zijn, te dichtbij komen-
Ze liggen immers voor het oprapen en schoon
Schip is zo gemaakt, zo ook
De muren van mijn luchtkasteel, een droom
Van gelukkig leven, waard te bewaken.

Van nieuwe vijanden ben ik niet bang-
Met twaalf bijlen nog achter de hand
Maak ik gehakt van al die vrijers- ja,
Want in mijn luchtkasteel zijn wij Penelopeia
En Odysseus, samen de troon van Ithaka.

M.S.

woensdag 20 februari 2013

Kubuswoning

‘Dit huis is van mij,
Maar niet het mijne,’
Denkt ze.

Zestien vierkante meter ruimte,
maar geen goede plek
Voor een thuis.

Hoe hard ze ook schreeuwt,
Goedpraat,
Wendt en keert,
Steeds harder klaagt
Dat dit huis niet het hare,
Die kubus van een woning
Omgeven wordt door het nare,
Geen ziel die haar gelooft.

Dit huis is van haar
Maar niet het hare,
Denk ik.

Zestien vierkante meter om te draaien
In ongelukkige rondjes,
Geen hond die ernaar kraait.

Zelfs niet als de kubus
Gehuld is in een eenzame jas,
De woning in nachtzwart.

Zestien vierkante meter ruimte
Dat van haar maar niet de hare is,
Zoals de stad niet haar stad is.

M.S.

maandag 26 november 2012

Ik weet nog goed hoe

Ik weet nog goed hoe
zij een spoor van verbazing
achterliet in de straat
waar ze doorheen zweefde
als een prinses bevrijd uit een kasteel.

Ik weet nog goed hoe
de ketting losjes bungelde
zoals het haar
waarmee ze haar interesse
in gerichte porties verdeelde.

Ik weet nog goed hoe
haar grote blauwe ogen
een onschuld veinsden
maar ondertussen zelfs
Aphrodite haar charmes benijdde.

Ik weet nog goed hoe
ik haar binnensmonds vervloekte
alvorens broodnodige drank tot
mij nam om moed te verzamelen
haar web vrijwillig binnen te wandelen.

M.S.

NB: dit gedicht is een late reactie op de 'wie wint de virtuele "ik weet nog hoe ik"-wedstrijd' op Pomgedichten.nl afgelopen weekend. Door andere bezigheden is het met niet gelukt op tijd een gedicht in te zenden. Toch wilde ik er een gedicht over schrijven, dus bij deze alsnog gedaan.

donderdag 8 november 2012

De overgave

De overgave
Als jouw hoofd
Langs het pad van haar benen
Loopt, zoekend
naar het zachtste plekje om te rusten.

Wachtend op haar hand
Door je haar, dan
Fluistert ze dat alles
Goed komt.

Daar in haar schoot,
Die je ontvangt
En liefdevol omarmt
Als een godheid
Haar bastaard,
Wil je
Kun je
Zul je
Niets anders antwoorden
Dan huilen.

Want de tijd is je
Ongunstig,
En de wereld draait
Door zoals elke dag.

Haar schoot
Waar je hoofd rust
Kalmeert door de vingertoppen
Die wandelen door jouw haar,
Jouw jungle van gedachten,
Jouw tranen die zich ophopen
Of ontsnappen.

Daar waait zij
Als een frisse wind doorheen
Alsof een dans der dingen
Die orde schept.

Daar in haar schoot,
Die je ontvangt
En liefdevol omarmt
Als een vrouw
Haar man,
Wil je
Kun je
Zul je
Niets anders antwoorden
Dan huilen.

M.S.

vrijdag 13 juli 2012

Meisjes

Meisjes blijven
Altijd meisjes,
Als bolletjes ijs
Die nooit zullen smelten
Door de tijd.

Eenmaal verlost
Van vaderlijke ijscomannen
Is het zelfs voor
Moeder Natuur moeilijk
Om grip op meisjes
Te krijgen
Met overvloedig verwarrende
Gedachten en gevoelens
Binnen handbereik.

Meisjes blijven
Altijd meisjes,
Want ze lijken slechts
Te verouderen,
Op te groeien,
Met gillen, om aandacht
Roepen, woest verwijten,
Met spullen smijten,
Knipogend verleiden,
Met nagels in je rug snijdend,
In je oor om meer hijgend,
Pijn lijdend
Als ze eenmaal
Zonen en dochters krijgen.

Meisjes blijven
Altijd meisjes,
Door bolletjes ijs
Watertandend,
Op de bank met moeders
Of vriendinnen hangend,
Naar ‘nóg een kus’ verlangend
Als je de de deur uit
Of zomaar wegwandelt,
Van tijd tot tijd,
Als het even lastig wordt
Naar een knuffel smachtend,
Op het juiste moment
Een compliment verwachtend,
Het liefst voor altijd
Hand-in-handend,
Stiekem nog altijd verrast worden
Door spontaan
Kus-op-de-wangend
Handelen.

Eenmaal verlost
van moederinstincten
Is het zelfs voor
Vaderfiguren moeilijk
Om juist hun meisjes
Goed te prijzen
Als onbegrip de overmacht-
Inlevingsvermogen, goed bedoeld,
gehoor op afstandelijk bereik.

Maar meisjes blijven
Altijd meisjes,
Als bolletjes ijs
Die nooit zullen smelten
Met de tijd.

M.S.

maandag 25 juni 2012

Zou puurheid

Zou puurheid
Een diamant in je
Kunnen vormen als het ware
Planten in het binnenste,
Als een kracht-
Bron van leven.

In dat geval,
Zou ik wat
Puurheid mogen lenen
Om mijn diamant
Op te poetsen, om wat
Kracht bij te zetten-
Dat zou ieders recht.

Ja, ook ik heb recht
Op puurheid,
Op mijn eigen vuur-
Toch zie ik graag
Jouw vonkje overslaan,
Om met jouw diamant
Op te poetsen, om wat
Kracht bij te zetten-
Dat zou ieders recht.

M.S.

Het donker huilt zichzelf nat

Het donker huilt zichzelf nat-
De zon is vanavond geland,
Geeft glans
Aan engelenhaar, met
De huid in donkerzwart.

Aangetrokken door mogelijke
Dronkenschap,
Mijn handen in de zakken
Ter verborgen aanbidding- wacht,
Strandt in mijn glas, want
Zelfs als het lot gunstig
Doen engelen niets behalve
Halen, week maken
Van de nacht met godendrank.

En het donker smacht
Naar de tranen scheppende manen,
Maakt plaats
Voor glimmend lachende geleigelaten,
Vertoont barsten in donkere bast,
En het donker huilt zichzelf nat.

M.S.

Vreemdelingen

Vandaag zijn we vreemdelingen,
Vreemde eenden
In elkaars beet en
Zwemmen in onze omgeving.

Vandaag zijn we vreemdelingen,
Jouw naam verborgen onder kroos
Mijn naam wordt door een grotere
Eend ingevlogen,
Alsof dat blijkbaar nodig was.

Maar vandaag zijn we vreemd,
Zelfs als we zouden kussen- even
Zou er een verbinding van leven
Zonder echt verbonden te zijn.

Maar vandaag zijn we vreemd
Voor elkaar- de wereld beval het toeval
Tot ontmoeting, zonder de vijver van
Nabij te bekijken en het narcisme in
De ogen omarmd,
Zonder te denken aan storingsgolven
Aan het oppervlak.

Vandaag zijn we vreemdelingen,
De adem ingehouden door simpele
aanraking gesmoord
Tot de vleugels fladderen
Om de vreemde eend te ontvliegen
En als vreemdelingen weg te waggelen.

Want vandaag
Zijn we vreemdelingen.

M.S.

Waar is je roos gebleven

Waar is je roos gebleven,
Die je gezicht
Aan het licht bracht-
die je zo even
Mooier maakte dan
Het leven zelf.

Waar is je roos gebleven
Die je mythische
Proporties aangaf-
die je zo even
Groter maakte dan
De schoonheid zelf.

Zonder roos
Durf ik je geen woorden
Te fluisteren die doen blozen,
Het teken van ‘open’.

Zonder roos
In het haar gestoken
Als de waaier onder de ogen
Ontbreekt-
De toegang tot het hart
‘Gesloten’, even
Nog langer een liefdesleek.

Waar is je roos gebleven,
Die me hopeloos
Aantrok als een mier naar stroop
die je zo even
Gewilder maakte
Dan de liefdeshoop zelf.

M.S.

zondag 8 april 2012

In het kuiltje van mijn matras

In het kuiltje van mijn matras
Lag ooit een vrouw
op mij te wachten,
Smachtend
Naar een kus, een streling,
Klaar voor een vrijpartij
Om de nacht
Een goed begin te geven.

In het kuiltje van mijn matras
Lag ooit de liefde
Met mijn haar in de handen,
De vingers dansend
Door mijn gedachten-
Soms licht, dan eerder zwart,
Zij vol positivisme:
‘Het komt wel goed, mooie man’
De schat,
Vol woorden van mijn leven.

In het kuiltje van mijn matras
Lag ooit de betekenis
Van ‘echt houden van’,
Knuffelzacht
Als een nieuwe dag, nieuwe ochtend,
Inspireert en geeft kracht
Om het alledaagse met een lach
Nuchter tot je te nemen.

In het kuiltje van mijn matras
Lag ooit een vrouw
Die me verliet voor van alles
En nog wat, kapte mij af
Met een simpel wegwerpgebaar
Alsof ik wegwerpbaar,
Maar ze vergat
Haar liefde in te pakken
Voor haar vertrek,
Ligt al weken weg
Te rotten tot
Vragen, wordt alsmaar magerder
In het kuiltje van mijn matras.

Dat kuiltje van mijn matras
Bood ooit een vrouw
Die me vastpakte en had
Een slaapplek- lachend
Met haar hart, haar wezen,
Met al haar hebben en houden van,
Klaar voor tot de dood ons scheidt
In voor- zonder tegenspoed,
Voor haar gevoel veel te lang
Wachtend,
Liet me als een baksteen vallen
In de leegte- zonder verklaring
In het kuiltje van mijn matras.

In het kuiltje van mijn matras
Lag ooit een vrouw
Naar mij te lachen,
Sprankelend
Met warmte, een voor mij kloppend hart,
Klaar om op elk moment
Het vuur te doven
Zonder het ‘waarom deze wijze’ mede te delen.

Nu lig ik hier maar wat,
In dat afvalputje- de schroothoop
In het kuiltje van mijn matras.

M.S.

vrijdag 6 januari 2012

Als dit gedicht

Omdat het zo goed werd ontvangen, o.a. bij de Poetsclub. Omdat ik er ook erg blij mee ben. Maar vooral, omdat het kan.

Als dit gedicht

Als dit gedicht door een vrouw
Geschreven
Zou zijn,
Dan schreef ze:
‘Ik wilde je even
Laten weten
Dat ik het wel zag,
Dat je naar me keek
Maar bij deze:
Ik ben geen
Loopse teef.’

Als dit gedicht door een vrouw
Geschreven
Zou zijn,
Dan schreef ze:
‘Ik zit hier mijn hersens
Te breken
Op de moeilijke tekst
Die ik moet
Lezen,
En meneer zit gewoon
Mij in een gedicht
Op te hemelen?
Ik heb ook gevoelens, weet je?’

Als dit gedicht door een vrouw
Geschreven
Zou zijn,
Dan schreef ze:
‘Probeer je me in de maling
Te nemen,
Door mij mooier te schrijven
En hoe zacht
Je me zou strelen
Op een gepassioneerde avond
Voor twee? Beter
Laat je me alleen
Zitten, bemoei je met je eigen
Leven.’

Als dit gedicht door een vrouw
Geschreven
Zou zijn,
Dan schreef ze:
‘Ho eens even,
Dat ik op mijn vingers
Gebeten heb
Wil niet zeggen
Dat ik zo’n vreemde ben-
Dat ik opgewonden wordt
Van begluurd te worden, nee zeg,
Ik ben meer zo’n vrouw
Van geven en nemen,
Dus als je me nu eens
Een keer gaat
Aanspreken,
Kunnen we zien
Of wij het bed
Vannacht
Gaan delen.’

Als dit gedicht voor een vrouw
Geschreven
Zou zijn,
Dan schreef ik
Vanaf de tenen
Tot ergens hoog
Tussen de vlezen.

M.S.

maandag 16 mei 2011

De Dood als vrouw in vijf delen: deel 5

Deel 5: Facebook

De Dood
Draagt vandaag
Haar zwarte kanten
Lolbroekje,
Waarin ze
In een donker hoekje zit-
Een Packard Hell
Op schoot.

Op haar beeldscherm:
De fanpagina over
‘De Dood’,
Als profielplaatje
Een Victoria’s Secret-model
Met vleugels.

Als je op ‘Vind ik leuk’ klikt,
Gaat alles voor jou op zwart-
Bij die gedachte grinnikt
De Dood.

M.S.

De Dood als vrouw in vijf delen: deel 4

Deel 4: D-date

Ze zit op het terras
Van café ’t Hemeltje-
Dodelijk verveeld.
Koffie zwart.
Rookt een Camel Black
En ziet aan de zonnestand
Dat de man
Van haar nachtmerries
Verstek laat gaan.

Ze is dressed-to-kill,
Maar het mocht niet
Baten.

Die is er geweest,
Denkt ze-
Staat op,
Plooit haar zwarte jurk goed
En rekent af.

M.S.

De Dood als vrouw in vijf delen: deel 3

Deel 3: Harry Mulisch

‘Geachte bibliotheek,

Tot mijn ongenoegen
Stuurt u geen
Gesigneerd exemplaar
Van Harry Mulisch’
Anekdoten over de dood,
Wat voldoende
Geweest zou zijn
Voor mij,
Mijn lidmaatschap op te geven.

Toch ben ik tevreden
Dankzij uw gift
van Harry Mulisch
In levende
Lijke.

Zou u dan toch willen
Proberen
Mijn bestelling van
De DVD
“Der Untergang”
Per direct te
Annuleren?

Bij voorbaat stank voor dank.

Minachtend,

D.’

M.S.