donderdag 27 januari 2011

Gedichtendag [27-1-2011]

Mijn bijdrage aan Gedichtendag, ook al heb ik me dit keer niet gehouden aan het thema 'Nacht'. Als je dichter bent, ben je dat eigenlijk wel verplicht, maar achteraf gezien schrijf ik al veel te veel over nachtelijke avonturen. Dus bij deze over de Gedichtendag zelf:

Gedichtendag

Gedichtendag is
Leren van gedichten
En dichten in een café
Zonder te zwichten
Voor de klassieke schoonheid
Die lichtvoetig is
Vandaag.

Onder een doelgericht
Letterlicht
Schik ik me
Naar de uitgeschreven inkt
Die mij speels doch dwingt
Te beginnen aan een nieuwe print
Voor Gedichtendag
En mijn hersens kraakt.

Je maakt uit het wegen en wikken
Op dat Gedichtendag
Iedere dag plaatsvindt-
Pure poëzie
In het leven,
In alles wat je hoort, ruikt en ziet-
Als muzikale extase snaart,
Als filmische fotocollage visueelt,
Als kinky kijkers zwoel voluptueus en uitdagend
Benen over straat.

Elke dag is Gedichtendag,
Want elke dag is prachtig-
Als mindere tijden voorbij zijn
Praten we er lacherig over,
Denken we terug met smart
Aan die machteloze episode
Want nu ownen we die shit
Weer als een malle.

We knallen er teksten uit
Aan de lopende band,
Als we drinken zullen we lallen-
Blijven verrassen
Ondanks verborgen arrogantie,
Zoekend naar briljantie
Als het maar charmant is.

Het is Gedichtendag,
Waarop we poëtische letteren
Bezingen-
Sommigen zich afvragen
‘What’s going on’
Onder het genot van U2’s ‘One’,
Anderen beginnen te swingen
Of mee te deinen op het ritme
Alsof de dichters soleren met hún
‘Little Wing’,
Alsof de dichters Otis Redding.

Poëzie is overal-
Om ons heen,
In het hoofd en in het hart,
Want elke dag is Gedichtendag,
Want elke dag is prachtig-
Elke dag is er weer een
Beleefd.

27-1-2011

M.S.

Afbeelding: Logo Gedichtendag (Voor Web)
Ontwerp: DC
Bron: klik hier.

zondag 23 januari 2011

Breakbegin

Soms heb je wel eens dat je een paar dagen niet schrijft. Niets leest. Zo ook de afgelopen dagen. Het ontbrak me een beetje om veel te schrijven of iets literair verantwoords te doen. Okee, ik heb twee nieuwe gedichten geschreven de afgelopen week. En ja, ik heb nog twee hoofdstukken voor de boeg. Maar ondertussen gaat alles gewoon door en ben je voor je het weet een aantal dagen verder zonder iets baanbrekends (voor jouw gevoel dan) gepresteerd te hebben.

Desalniettemin blijft het borrelen. Komt de eerstvolgende Poetry Slam in Rotterdam weer in beeld. Heb je nog een week om je voor te bereiden. Terwijl er ook nog een aantal andere dingen aan te pakken zijn. Keuzes, keuzes. Maar het is voor een hoger doel. Literair verantwoord. Dus het wordt weer een weekje knallen. En me niet als ondergetekende vergeten aan te melden voor het open podium. En dan is zo'n break opeens het begin van iets nieuws. De stilte voor de storm. Hopelijk.Of zoiets.

M.S.

maandag 17 januari 2011

Dwalen

Soms heb je wel eens dat je eigenlijk nergens zin in hebt. Je bent futloos. Inspiratieloos. En thuis blijven helpt ook niet echt. Als je dan een uitnodiging krijgt om de binnenstad op te zoeken, grijp je die aan. In de hoop dat het beter wordt. Maar het wordt niet beter. Het is wel gezellig, maar als je om je heen kijkt ben je omsingeld door zoenende stelletjes. Blijkt er ook een GVR-genootschap te zijn. Is Justin Bieber twintig kilo aangekomen, zo niet meer. Je neus wordt van alle kanten bedolven onder verschillende parfums. Je bewegingsvrijheid is beperkt tot een vierkante meter. En dan dwalen je gedachten af.

In gedachten drink je dat beloofde kopje koffie. Is het gezellig. Goede locatie, goede koffie, goed gezelschap. Slaat je fantasie op hol, maar komt weer tot de realiteit als je jezelf opeens afvraagt waar je portemonnee is. Je gedachten dwalen naar je portemonnee. Die zit nog in je jas, hangt over de stoel waarop je zit te schrijven. Bij kaarslicht, dat is wel zo literair verantwoord. Geen muziek, slechts de deuren in het huis waar je schrijft die open en dicht gaan. De duiven in de dakgoot. En je gedachten dwalen af.

Naar het kopje koffie dat je gezet hebt, maar nog steeds in de keuken staat. Er moet nog suiker in. Je sigaretten zijn op. de tekst waar je aan werkt, die wel eens af mag komen. Geschreven worden. Ik doe mijn best, maar met weinig energie gaat het een stuk lastiger. Ook als je de structuur ervan niet herinnert als je wakker wordt, en je in je droom een gedicht aan het voordragen bent over je stad. Dat de stad ook zijn mindere kanten heeft. Je denkt na, denkt hard na. Maar je komt niet verder dan de regels:

En dan sta je onder de vleugels van de Zwaan,
Te staren naar de Maas
En haar water dat golft,
Altijd in beweging-
Net als de volle binnenstad,
Die je zojuist verlaten hebt.


En toen kwam er nog iets. Maar je komt er niet op. Dus dwaal je verder. Je roert mee met het lepeltje door je oplos-cappuccino. Eet wat. Pakt versuft je gear en stapt in de tram. Naar hier. En je schrijft die paar regels over die je vanochtend kon bedenken na het dromen van dat gedicht. In de hoop er nog meer bij komt. Maar je gedachten dwalen af. Naar je blog. Een kopje koffie. Een betere locatie, betere koffie, beter gezelschap. Überhaupt gezelschap. Maar je gedachten dwalen af. Voor je het weet zit je toch weer te schrijven.

M.S.

woensdag 12 januari 2011

Biebschrijven

Met het eerste album van Santana uit 1969 in mijn oren, doe ik mijn best om te schrijven. Het lukt aardig. Passages vloeien er enigszins lekker uit, alleen vallen mijn ogen half dicht. Als ik opkijk en de buitenwereld bekijk, is het donker buiten. Regenachtig. Vies. Nat. Ongeïnspireerd. En dat is niet goed voor je concentratie. De muziek houdt je dan nog op de been, maar het is onvermijdelijk dat je sneuvelt. Ook je vulpen, tijdens de eerste zin die je opschrijft. Dat gaat nergens meer over, dus besluit je om binnenkort maar een nieuwe te gaan kopen.

Ook andere zorgen laten je maar niet met rust. Zoals de karbonades in mijn koelkast. Zouden ze inmiddels ontdooid zijn? Want ook schrijven moeten eten. En vlees is goed voor mijn geestestoestand. Dan heb je pas echt het gevoel dat je echt iets hebt gegeten. Daarom snap ik al die vegetariërs ook niet. Rare snuiters vind ik dat altijd. Eten moet body hebben. Vrouwen moeten body hebben. Teksten moeten body hebben. Desnoods spuit je er even wat extra passages in om het voller te maken. Completer.

Dat is zo'n beetje wat ik tussen alle bedrijven door. Hoe lang al weet ik zelf niet eens meer. En ik vind dat er best een keer een einde aan mag komen. Maar het duurt maar en het duurt maar. Zoals ik al zei, andere zorgen laten me niet met rust. En dat is funest als je iets wil voltooien. Gelukkig ga ik nog lang niet dood (hoop ik), dus is er nog tijd zat. Maar het zou wel eens fijn om je volledig even te kunnen concentreren op de tekst die voor je ligt. Misschien doe ik eigenlijk te veel, je weet het niet. Of te weinig. Waarschijnlijk het laatste. Dus pak je de balpen maar weer op en schrijf je verder tot je ogen echt dichtvallen. Pas dan weet je dat het vandaag niet meer gaat lukken. Je bent een stukje verder, maar het einde is nog lang niet in zicht. Maar we komen er wel. Stapje voor stapje.

M.S.

donderdag 6 januari 2011

Spontaan

Gisteravond bleek vooral in het teken te staan van seks in poëzie. En dat in een voorheen rokerig, klein, grauw, bruin kroegje op de Witte de With. Maar waar het bier nog rijkelijk vloeit en spontane bezoekers verrast worden met poëzie. Gelukkig was ik voorbereid. Werd ik aangekondigd door een dichter met een ode aan een zojuist overleden Feyenoordicoon waar Nico Dijkshoorn nog een puntje aan kan zuigen. Kon ik opkomen met strofes zoals:

Dichten
Doe je met een vulpen,
Waarbij de inkt
Het glijmiddel is,
De punt je nagel
Waarmee je teder
Over dat bleke velletje huid krast.

(...)

Je inhaleert,
zij transpireert
Terwijl ze geheimloos
Keer op keer
Zachte zuchtjes zingt,
Provoceert
Je gedachten-
Je vulpen laat smachten,
Dansen,
Wachtend op een einde van de
Heftige romance
Die de vulpen op haar
Hemels doorleefde huid
Doet knallen.

(...)


En dan zit de eerste ronde van de Dichtclub Rotterdam er alweer op. Het ging lekker. Vloeiend. De rust bewaard. Er zouden nog twee rondes volgen, maar je hebt maar één gedicht bij je. Wat te doen? 'Get spontaneous'. Dus leen je een pen en schrijf je op de achterkant van je enige gedicht gewoon een nieuwe. Gewoon omdat het kan. Omdat je toch spontaan bezig bent. En dan sta je er gewoon weer in de tweede ronde. Word je aangekondigd met 'Ik hoop deze man ooit te mogen begroeten als de nieuwe stadsdichter van Rotterdam (yeah, right..)'. Dan krijg je naar hoofd 'Hé, je had maar één gedicht bij je', en beken je dat je ter plekke een nieuwe hebt geschreven en begint:

Je voert me dronken,
Lieve,
Met elke liter bier meer
Die je in me giet
Geniet ik weer
Van je volle body.

Zacht erotiserend
Smeer je mijn keel
Als een amaretto of whisky
Naar een nieuw
En stil gillend
Hoogtepunt.

Voer me dronken
Met je geelwitte vocht,
Alsof je me streelt
Van binnen
En me per slok
begint te beminnen.


M.S.