Posts tonen met het label over het schrijven van. Alle posts tonen
Posts tonen met het label over het schrijven van. Alle posts tonen

zondag 15 mei 2016

Ballen zonder pegels - Wordt vervolgd

'Je moet wat meer met je blog doen,' zei de schrijfster een paar weken geleden.
Ik moest lachen.
'Ja,' zei ik, 'dat komt goed. Ik wil ook weer meer proza gaan schrijven, maar voorlopig komt er meer poëzie uit.'
'In een hoog tempo ook.'
'Helaas werkt dat met proza niet zo.'
'Ben je nu met iets bezig?'

Ze keek me strak aan met haar indringende ogen. Dezelfde als de eerste keer dat ik haar ontmoette, zowat tien jaar geleden ongeveer. In die tien jaar is er veel veranderd. Meer succes (al twee romans en vele columns), andere looks en nieuwe projecten. Grote projecten. Aan haar kant dan, maar het is gegund. Uiteindelijk zet elk succes ook Rotterdam als schrijfstad op de kaart, en daar wordt elke local hero beter van op de lange termijn. Mits je blijft schrijven, natuurlijk.

Hier timmert iedereen aan zijn eigen weg. Derek Otte bracht afgelopen jaar zijn eigen dichtbundel uit bij zijn eigen uitgeverij. Chapeau. Begin dit jaar mocht ik als één van de weinige gelukkigen het in boekvorm verschenen manuscript van Michelle van Dijk d'r eerste boek. Petje af en succes. Jerry Hormone bracht zijn eerste boek uit en signeerde met bloed. Stijlvoller kan niet. En er is nog meer te verwachten vanuit Rotterdam.

Zelf mag ik eigenlijk ook niet klagen. Naast dat ik gedichten met de snelheid van een zeikstraal op papier weet te zetten, heeft me tot dusver twee huisdichterschappen opgeleverd: OPEN Rotterdam en de maandelijkse live talkshow De Havenloods Live (als de lokale Nico Dijkshoorn). Ook wordt er her en der een gedicht (of enkele) gepubliceerd in een boek of verzamelbundel. In juni verschijnt bijv. 'Een kruisweg naar alledaags leed', de eerste en misschien wel grootste sonnettenkransenkrans (niet mijn woorden) van Nederland. Ik schreef er twee sonnetten voor, van de 196. En met wat mazzel kom ik ook nog met een gedicht in een boek over promovendus Sparta, maar daarover later misschien meer.

Ondertussen is de vraag die ik mij stel: wat nu? Al die schrijvers werken aan iets en stellen natuurlijk (terecht) de vraag: 'Waar ben jij mee bezig?' Nou, naast het tussen de bedrijven door een nieuwe dichtbundel componeren die je vervolgens niet opstuurt of waarvan je wacht op een respons (die zo lang duurt dat je eigenlijk al bent vergeten dat je en waarheen je een manuscript naar hebt opgestuurd), het schrijven van nieuwe gedichten (waarvan je dan vervolgens niet weet wat je daarmee moet dus gooi je die maar deels op Facebook in plaats van je blog die je daar ooit voor hebt aangemaakt) en staar je jezelf bijna dood op een uit de hand gelopen kort verhaal dat begon als een gefictionaliseerd verslag van een kroegavond dat uitmondde in een nooit afgemaakte "blog novel" (als dat genre nog niet bestond, bij deze).

Het komt eigenlijk neer op 'Life is what happens to us while we are making other plans'. Dat, en het gebrek aan focus op wat dan maar blijft liggen. En liggen. En liggen. Zo duurde het afmaken van mijn eerste boek ook jaren voordat je er eens goed voor ging zitten. Hetzelfde lot dreigt de eerder genoemde "blog novel" ook te ondergaan. Ik merkte vandaag pas op dat het al vijf jaar geleden is dat ik daar ooit aan begon. En het is nog steeds niet af. Dat komt omdat ik het nog veel verder wil uitbouwen dan tot waar ik online ben gekomen. Ik beschouw dat dan ook als de eerste draft van het verhaal, waar ik al een aantal wijzigingen in heb gemaakt (niet online doorgevoerd) zodat ik van daaruit verder kan schrijven.

Verwacht geen regelmatige updates, maar zal af en toe een update geven hoe het vordert. Ook om er zelf bij te blijven. De lengte van de hoofdstukken blijft hetzelfde: kort. In mijn hoofd zou het een novelle-vorm krijgen, maar om dat echt goed in te kunnen schatten moet er nog even doorgeschreven worden. En ik probeer zo blanco mogelijk te schrijven, zoals het ook ontstaan is: niet teveel bedenken van tevoren, maar elke keer als je er aan zit pas bedenken en schrijven zodat het verhaal zichzelf ontwikkeld. Dus ik KAN niet eens verklappen wat er gaat gebeuren. Maar ik denk wel dat het nog spannend zal blijven.

Als je niet weet waar ik het over heb, of als je het wel weet en er weer in wilt duiken: in 2011 begon het hier.

Wordt vervolgd..

M.S.

zondag 18 maart 2012

Over het schrijven van een liefdesbrief

Over het schrijven van een liefdesbrief

Alleen bij de aanhef
Al zal ik je moeten laten
Blozen, en mijzelf ook-
Mijn pen zweeft – alsof Damocles’ – boven
Het papier maar
Er valt je zoveel te zeggen
Dat ik pas gaandeweg de eerste alinea
De eerste gedachtegang kan doorlopen.

Vanwaar ik je schrijf is bepalend-
Hoe het papier op de tafel
Ligt, waar je drankje, sigaretten,
Pennendop en overige prullaria
Is geplaatst, waar de mensen naast je
Over praten, ja-
Cafés zijn voor het schrijven
Van liefdesbrieven ideaal.

Ik beschrijf je mijn situatie, mijn locatie
Met grootse woorden en geestige anekdotes
Over dat wat ik zie en hoor,
Om er even in te komen-
Met mijn eigen taal, dat jij herkend als
Mij kenmerkend, zeg ik het je zo
Dat jij wegdroomt onder het motto:
‘Ik zag het heel goed voor me,
Even was ik er ook,’ om vervolgens over
Te gaan tot de orde van de dag, namelijk
De aanleiding voor dit schrijven,
Dit uiten, het vouweninstoppenposten
En jij die ontvangt, de envelop hebt
Geopend.

Daar waar de liefdesbrief op stoom
Gaat komen, is het nodig
Om even bij jou stil te staan-
Nemen we beiden een pauze, kom op adem,
Dan vertel ik je hoe die van mij gaat
En geef jou een remedie voor de tranen
Die, altijd wellicht, zullen stromen-
Geen ontkomen aan met die frustraties,
Zielenpijn of zachte kwellingen die langzaam verlopen.

Alsof de muziek in dit café stil valt,
Alsof het geroezemoes gedempt gebabbel-
Gedachte woorden uitgesproken
Op papier, daar vanaf knalt
En – altijd tussendoor controleren – jij
Voorbereid met zakdoekjes bij de hand,
Want ik spreek tot je vanaf
Dit velletje wit wat
Mij, uitgebreid beschreven, dwars zit-
Mijn gevoel dat je, als het goed is,
Bereikt, in jouw gedachten klinkt.

Dan roep ik mezelf een halt
Toe, een tweede rustmoment dat ik inlas
Mede doordat ik word onderbroken
Door een serveerster – of ik nog dorst had,
Eigenlijk zag dat een pauze goed was
Voor mij, voor jou en dit schrijven -
Alles om me heen dat weer opvalt,
Waarmee ik jou weer wat kan
Laten lachen.

Ik zal afsluiten met iets
Clichématigs als ‘ik heb je lief’,
Maar dan anders verwoord, mooier,
Langer – beter valt nog te bezien -
Dit blijft immers een liefdesbrief,
Dat ik je snel weer zal zien
En de kramp in mijn schrijfhand die
Ik voor je oploop slechts een teken is
Dat ik van je houd.

Liefs.

M.S.