Posts tonen met het label Katendrecht. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Katendrecht. Alle posts tonen

donderdag 28 februari 2013

Doorgaan

Dat was een beetje de toon van het eerste telefoontje dat ik ontving vandaag. Uiteraard had Aphrodite een heel goed punt, behalve dat ik dan net wakker was. Echt. Gisterochtend gebeurde precies hetzelfde. Met als enig verschil dat ik me vandaag iets beter voel. Dus om de vraag te beantwoorden: er ligt nog een aardige to do-list te wachten, te schreeuwen om afgemaakt te worden. En dat gaat gebeuren de komende zes uur, voor ik vertrek naar Katendrecht voor een voordracht. In het kader van vriendschap, het zal mij benieuwen. Ik denk dat ik daarvoor dit meeneem, maar moet daar nog even over beraadslagen. Komt ook nog in een nog te verschijnen dichtbundel, maar daarover later meer. Moet vanavond in ieder geval tien minuten vullen, dat zit wel snor. Iets met vriendschap, en dan eigen keuze.

Straks eerst maar eens werk maken van de roman die ook nog uit moet komen, '71|17'. Zo blijven we bezig, en is het eigenlijk heel terecht dat Aphrodite de beginvraag stelde. Ik heb geen idee. Nou dan, zegt ze, hop aan de slag. En lachen. Positief blijven. En anders denk je maar aan mij. Lijkt me een goed plan, anders word ik nooit een groot schrijver, natuurlijk. De muzes, daar draait het allemaal om. Aphrodite knikt streng, tapt met haar voeten op de grond. Twee woorden, negen letters. Ik ga al, ik ga al. Mag ik daar een muziekje bij?

M.S.

zondag 22 mei 2011

Dromer van de kust


Vanmiddag onderbrak ik een film over Josip Brodsky, genaamd Room and a half. Stil ging ik zitten, keek het einde van de film over de Rus. Erna zou ik als enige uitgenodigde dichter voordragen in het Katendrechtse letterencafé Tsjechov&Co, maar onder het genot van een espresso besloot ik eerst wat nieuws te schrijven. Ik had dit al een week in mijn hoofd. Dus begon ik, met de Geboorte van Venus van Botticelli in mijn hoofd, te schrijven:

Dromer van de kust

Langzaam,
Lezend
Vertonen de letters
Tekenen
Van een gezicht.

Alsof het papier
Wit zeeschuim is
Waarover ze fier
Mijn hoofd
Binnensurft,
Mijn verlangen
Naar haar aanblik
Als ‘zoete victorie’ turft.

Ze laat me niet los,
Staart
Ontwapenend lachend
Naar de nacht,
De nacht in,
Wachtend
Op mijn overgave.

Ze rolt me binnen als garenklos,
Dromend van een blauwe
Jurk,
Keurig langs
Haar lichaam gewaaid-
Ik zwaai haar om
Aandacht,
Ik zwaai mijn blues
Met een weggegeven
Hart,
Want ze laat me niet
Los.

Maar mijn hart vergeten
In het bos
Van mijn relatie,
Dat ik moet bewaken,
Behoeden voor vernietiging
Door nimfen
Van buitenaf.

Dan laat ze los,
Neemt genoegen
Met een compliment
Dat ze ontvoerd
Naar de Zuid-Franse,
Kust ondertussen
De brandende kameel
Tussen haar lippen.

Dan laat ik los.

M.S.