woensdag 29 februari 2012

Nieuw en titelloos

De woorden maken mijn dag-
Wat doe jij met de uren dan?
Witregels zwart kleuren,
Deuren duren uren om open
Te waaien,
Dichtslaan een fluitje van een cent-
Mijn zinnen gezet
Op een pauze, weg
Van de woorden
Die mijn dag maken-
Wat ik doe met de uren?
Dag zeggen,
De dag wegleggen
Met de woorden
Die mijn dag maken.

M.S.

Dank aan C.K. en G.W.

maandag 20 februari 2012

Klein geld

Op een zaterdagvaond sta je in een bar, een drankje in je hand. Je grabbelt wat in je zak, opent je portemonnee en dan blijk je nog maar een euro te hebben. Dan denk je na. Kijkt om je heen. Overweegt. Pakt dan je telefoon en noteert:

Klein geld

Het is niet het gat
In je hand
Dat je zakken
Leeg laat lopen,
Maar de knip zonder hand
Erop.

Je vergokt
Je leven door te geven
Alsof het je even
Ontschoten is dat het op
Een gegeven moment stopt-
Er is niets meer over.

Er is niets meer over
Om je mee over te geven
Aan nietszeggende nachten,
Het geduldig wachten om
Te zien of alles beter wordt-
Wachten
Kost ook wat.

Tijd,
Geld
Of over welke
Valuta je het ook hebt-
Er is een tijd van komen en
Gaan, dus gaan
Met die banaan.

Nu het nog kan.
Nu je nog leeft.
Nu er nog iets in je zak
Rinkelt.

M.S.

dinsdag 14 februari 2012

Die liefde

Je hebt het vast wel een keer meegemaakt: niet uit je woorden kunnen komen als je verliefd bent. Terwijl je eigenlijk iets heel liefs wilt zeggen. Of iemand de liefde te verklaren. Dat je spontaan begint te stotteren. Of gewoon je hart op straat wilt gooien.

Bij de laatste PoetsClub was een van de keuzes waar je een gedicht over kon schrijven: een liefdesgedicht. Dat kan over je liefde gaan, maar ook over 'de liefde'. Ik heb even gewacht tot Valentijnsdag om het online te gooien, maar nu het zover is zou ik het bijna vergeten zijn. Dus hier het gedicht. Om je te inspireren tot iets moois. Of om voor te lezen. Of gewoon om van te genieten.

Die liefde
Die liefde,
Waarvan de oudjes zeggen:
‘Al tientallen jaren
De allerliefste,
En van mij-
Neem van mij aan, jochie,
Ik heb ze allemaal gezien!’

Die liefde,
Waarover dichters dromen,
Stiekem schrijven,
In de hoop
Een liefdesbriefjes of drie
Dichterbij
Te komen.

Die liefde,
Waardoor schoonmoeders
Nachtmerries oplopen
En schoonvaders jaloersmakend gemaakt diep
In het glaasje kijken-
Ze kunnen maar niet
Geloven
Dat die liefde
Krachtig gekruid
Waarschuwingen en complotten
Voorbij schiet.

Kun je me die liefde geven?
Kan jij mij die liefde geven?
Kan jij me die liefde geven?
Kun je mij die liefde leven,
Als die liefde,
Die die liefde van mijn leven,
Die die liefde
Het liefste
Die liefde laat.

Die liefde,
Waarvan jij zegt dat ze zoet is,
Waarover wij liegen
Dat ze goed is,
Waarvan ik zie dat ze zoek is.

Die liefde,
Waartegen de Dood alleen
Scherp genoeg is om te delen
Tot twee-
Waarvoor wij tweeën
Genoeg zijn,
Waarbij het onze dood
Kan betekenen,
Waarvan wij tweeën,
Twee enen,
Een een-tweetje maken,
Van dat
Eén plus één is twee,
Terwijl twee min één
Nog altijd
Die liefde voor twee blijft.

Die liefde
Is logisch,
Die liefde die
Iedereen en niemand wil,
Die die liefde
Die liefde verliefd laat.

Kun je me die liefde geven?
Kan jij mij die liefde geven?
Kan jij me die liefde geven?
Kun je mij die liefde leven,
Als die liefde,
Die die liefde van mijn leven,
Die die liefde
Het liefste
Die liefde de liefde
Verklaart.

Die liefde
Is logisch,
Die liefde die
We allebei liever zien
Als die liefde
Die liefde verliefd
Laat.

Die liefde,
Waardoor wij enen
Wij tweeën worden
Als een een-tweetje
Door een lief machientje
Dat van één plus één
Twee maakt,
Terwijl twee min één
Nog altijd
Die liefde voor twee blijft-
Eén is maar zo eenzaam, terwijl
Die liefde wij twee saampjes
Voorschrijft.

M.S.

donderdag 9 februari 2012

One night at Hemingway's

Wat een machtige avond weer. Rotterdam is weer goed geweest voor ondergetekende. Na eerst (na maanden te hebben gewacht) EINDELIJK de nieuwe Muppet-film te hebben gekeken, toch even onderweg naar de metro bij Hemingway binnengelopen. Op woensdagavonden schijnen er dus jazzjams te zijn. De klok slaat kwart over tien, dus het kan nog.

Binnen wordt ik aangestaard door een krullenbol, waarschijnlijk omdat ik mijn hooligan-jas aan had. Sorry schat, die is gewoon lekker warm. Eronder zit een vriendelijke schrijver maar misschien kom ik daar later wel op terug. Bier. Rook. Dag barman. Vanuit mijn ooghoek zit daar nog steeds krullenbol, schaamteloos aan de zijkant. Stiekem een beetje mooi zijn, maar ik heb het wel gezien. Zij klopt. De sfeer klopt. Mijn drankje klopt en het jazztrio maakt het compleet. Dit is een goede avond. En dan denk je opeens aan Sander Ritman.

Sander, de dichter over wie ik een gedicht schreef genaamd 'Hobbelen'. Hij vond het mooi en eer toen ik het in zijn aanwezigheid voordroeg bij de Jaarfinale van de Leidse Poëzieslag afgelopen november. Diezelfde dichter waartegen ik het moest opnemen tijdens mijn eerste slam in 2009. In de EXIT toen nog. Het is dezelfde Sander die ik in de eerder genoemde Poëzieslag in Leiden een gedicht hoorde voordragen over jazz. 'Jazz, jazz jazz'. Deelder had met plezier naar hem geluisterd, vermoed ik. Maar die Sander Ritman, dus.

Ik dacht aan hem toen ik mijn telefoon pakte - de eigenaar was verwikkeld in een potje schaak, oftewel: Alleen storen voor consumpties - en begon te tikken. Ik keek Hemingway rond. Stiekem naar de krullenbol en dacht wie er eerder een gedicht over haar zou schrijven: Sander of ik. Uiteraard bleek ik de winnaar, want Sander schitterde helaas in afwezigheid. Dus heb ik na drie pogingen in het geniep een foto van de krullenbol gemaakt. Net zo geniep als het schrijven van het gedicht over haar. Speciaal voor jou, Sander. Zodat je er toch een beetje bij was. Misschien kun je de inhaalslag nog maken met een gedicht achteraf.

Dan is het opeens even voor elven en besluit je toch je hooligan-jas weer aan te trekken. Muts op, handschoenen aan en gaan. Maar langzaam. Het jazztrio laat het einde van hun jam klinken. De laatste noten, je hand op de deurknop. Dan is het afgelopen. Door de deur die achter je is dichtgevallen hoor je een luid applaus. Ik loop de mij zo bekende route naar de metro. Met in mijn zak een foto en het volgende gedicht..

Jazz at Hemingway's

Als de jazz
Je om de oren streelt, steelt
De poëzie je gehoor met haar krullen
Om je hoofd gewonden-
Opgewonden onder
Donkere rookwolken.

Meeroken wil je-
Meelopen wil ik met je,
Zo de nacht in.

Als een pijpje
Achter je gezicht
Aan, terugverend
Als je te hard dreigt te gaan als
Mijn stem verloren gaat
Door de jazz die klinkt
De ruimte vullend.

Meelopen wil je-
Meekijken wil ik met je,
Zo met die glans je ogen in.

Als een wimper
Die je ogen dicht,
Zacht zingend
Als ze vallen met het donker als
De slaap je vat
Door de drank die drinkt
Jou op afstand laat.

Meepraten wil je-
Meegaan wil ik met je,
Zo de muziek ziek zijn-
Muze ziek zijn, ziek zijn
Met jou van jou op jou
Door jouw muziek die
Mijn noten klankloos laat
Ondanks die
Jazz, ruimtekrullend
En gevuld met je poëzie.

M.S.

maandag 6 februari 2012

Zomaar

Op aanvraag van de man achter Pomgedichten Pom Wolff, maar veel te laat voor de schrijfwedstrijd afgelopen week, alsnog een 'Zomaar'-gedicht. Want die had ik nog niet geschreven, dus bij deze. Ook dit gedicht is voorgedragen bij de afgelopen editie van PoetsClub Rotterdam. Maar ik vermoed dat dit gedicht nog wel vaker terug gaat komen, bij een slam bijvoorbeeld..

Zomaar

Zomaar schrijf ik je,
Van gedachten open en bloot
naar je gesloten wereld,
En je hoofd
Dat zich van me afwendt.

Inderdaad, je kent
Me niet maar ik heb
Je nu wel
Lang genoeg bekeken-
Stiekem, natuurlijk-
Om er een heel leven
Dat wij kunnen leven
Bij te denken en
Toch schrijf ik je
Zomaar.

’s Zomers kunnen we stralen,
In de winter pak ik je in,
In de herfst dep ik je tranen
En de lente zal ons nieuwe zin
geven
Want liefhebben is soms
Vermoeiend.

Zomaar fluister ik je dit toe,
Ook al hoor je me niet
Maar geef je dan op zijn minst
Gewonnen-
Anders doet de leegte afbreuk
Aan mijn moeite
De afstand tussen ons te
Verbloemen
Met zomaar wat loze
Beloofwoordjes.

Je dovemansoren
Maken van mij zomaar
Een vreemde
Die je aanstaart vanuit zijn
Leegte, open en naakt
Moet toezien hoe jouw gelaat
Zich afwendt,
Zomaar.

M.S.

Filmode

Voor de editie in febrauri van PoetsClub Rotterdam luidde de (eventuele) opdracht: een liefdesgedicht en/of een filmode. Ondergetekende heeft beiden geschreven, maar het liefdesgedicht laat ik nog even achterwege voor Valentijnsdag. Dit keer: de filmode. Die uiteraard gaat over mijn favoriete film en een van DE cultklassiekers bij uitstek.

Best of Pulp Fiction

De weg van de rechtvaardige
Man
Is langs alle kanten
Bezaaid met de onrechtvaardigheden
Van de zelfzuchtigen
En de tirannie van
Kwade mannen
’,
Als mijn hand
Zich heft naar mijn slaap-
Tikt
Alsof mijn trots me dwars
Zit, maar eigenlijk
Vraag ik me gewoon af
Hoe Marcellus Wallace
Er uit ziet.

Verward stap ik in een taxi,
Voel de ogen van een wolf
In mijn rug-
Hij slaat me gade
Alsof dit hier een
“Dode negeropslagplaats”
Is, terwijl er een stem
Uit de speakers klinkt:
Gezegend is hij die,
In de naam van liefdadigheid
En vrijwilligheid,
De zwakken door de vallei
Der duisternis leidt
’-
Even dwaal ik af naar het
Pijnlijke
Horloge tussen mijn billen,
Het stomgeknepen tikken
Van de tijd, geen tijd-
Want hij is
Waarlijk
De hoeder van zijn broeder
En vinder
Van verloren kinderen
’.

Mijn chauffeuse vraagt zich
Af, hoe het zou voelen om een man
Met je blote handen
Dood te slaan-
En ik zal hen neerslaan
Met grootse wraak
’,
Ik vraag
Mij eerder af
Waarom negers zo graag
Achterin zitten,
En furieuze woede’,
Voor je het weet schiet iemand
Je kop aan gort-
Zij die het wagen
Mijn broeders
Te vergiftigen en te vernietigen
’.

Deze nieuwe
Stilte is pijnlijker
Dan een Bonnie-situatie,
En u zult erkennen
Dat ik de Here ben

Als ij het lijk in de garage ziet,
Mij een echtscheiding
Aanbiedt
Wanneer ik mijn wraak
Aan hen voltrek
’.

Met een knal sla
Ik het portier van de tax dicht
En betaal,
Hetzelfde bedrag
Dat ik soms moet lappen
Voor een vanillemilkshake
maar minder
Dan voor een voetmassage-
Dus haal
Ik fooi uit mijn leren portefeuille
Waarop in grote letters staat:
‘Bad motherfucker’.

M.S.