maandag 6 februari 2012

Zomaar

Op aanvraag van de man achter Pomgedichten Pom Wolff, maar veel te laat voor de schrijfwedstrijd afgelopen week, alsnog een 'Zomaar'-gedicht. Want die had ik nog niet geschreven, dus bij deze. Ook dit gedicht is voorgedragen bij de afgelopen editie van PoetsClub Rotterdam. Maar ik vermoed dat dit gedicht nog wel vaker terug gaat komen, bij een slam bijvoorbeeld..

Zomaar

Zomaar schrijf ik je,
Van gedachten open en bloot
naar je gesloten wereld,
En je hoofd
Dat zich van me afwendt.

Inderdaad, je kent
Me niet maar ik heb
Je nu wel
Lang genoeg bekeken-
Stiekem, natuurlijk-
Om er een heel leven
Dat wij kunnen leven
Bij te denken en
Toch schrijf ik je
Zomaar.

’s Zomers kunnen we stralen,
In de winter pak ik je in,
In de herfst dep ik je tranen
En de lente zal ons nieuwe zin
geven
Want liefhebben is soms
Vermoeiend.

Zomaar fluister ik je dit toe,
Ook al hoor je me niet
Maar geef je dan op zijn minst
Gewonnen-
Anders doet de leegte afbreuk
Aan mijn moeite
De afstand tussen ons te
Verbloemen
Met zomaar wat loze
Beloofwoordjes.

Je dovemansoren
Maken van mij zomaar
Een vreemde
Die je aanstaart vanuit zijn
Leegte, open en naakt
Moet toezien hoe jouw gelaat
Zich afwendt,
Zomaar.

M.S.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten