maandag 30 juli 2012

's Nachts zijn vrouwen

’s Nachts zijn vrouwen
Nog mooier,
Gezien het kwijl
En de drank dat
De inkt op dit papier bijna
Doet verdwijnen.

Verbleken,
Zo je wilt-
Maar dit
Glas is nog niet
Leeg,
En dan?

Wat doe je dan,
Als de nacht
Jou je ziet vergapen
En lacht want
Zij wist het al:

’s Nachts zijn vrouwen
Nog mooier,
Maar welke zijn een val,
Welke echt,
Welke een fata mormaana?

M.S.

Wat zou je ervan zeggen

Wat zou je ervan zeggen,
Als ik je, vangend in een flits,
Van je plek zou trekken
En opsluiten in dit gedicht?

Verschil zou je niet merken-
De inkt van mijn pen
Is immers net zo donker
Als alles wat je draagt:

Haar, ogen, schoenen, jurkje-
En dan je glimlach die
Precies genoeg opvalt, die
Net zo open en onbeschreven als dit papier.

Wat zou je ervan zeggen,
Als ik je, want bij deze gezwicht,
Oren met nederig zwoele woorden zou bedekken,
Ongegeneerd, ietwat uitsmerend, ophemel in dit gedicht?

M.S.

zondag 15 juli 2012

In memoriam Rutger Kopland - Over het verlangen naar een sigaret

Zojuist bereikte mij het nieuws dat Rutger Hendrik van den Hoofdakker, beter bekend als de dichter Rutger Kopland, is overleden. Spijtig. Een van de eerste dichtbundels die ik ooit kocht, was van hem. Had hem eens horen voordragen op Nur Literatur, geweldig. Oude man, met scherpe teksten maar zachte, warme voordracht. Niet saai, maar juist op zijn eigen manier swingend. Daar wilde je als jonge hond wel een bundeltje van. Vooral door het gedicht 'Over het verlangen naar een sigaret'. Zo'n titel pakt je als jongeling, maar gaat ook nog eens ergens over.

Na enige tijd zoeken vond ik de bundel 'Over het verlangen naar een sigaret'. Ik rookte toen al, dus ik vond het stoer. En mooi. Pak die bundel nog wel eens uit mijn boekenkast, en dan lees je. Voor mij wel een van mijn favoriete dichters, een inspirator. In 2009 schreef ik onderstaand gedicht, naar het gelijknamige gedicht 'Over het verlangen naar een sigaret'. Als laatste eerbetoon, hier het gedicht:

Over het verlangen naar een sigaret (naar Rutger Kopland)

Naar een sigaret, ik verlang
Alsof ik mezelf ga verhangen,
Laten stikken, doden met rook
Door vuur achter de wangen.

‘Het verlangen naar een sigaret is
Het verlangen zelf’
Schreef een wijze Kopland,
Waarop ik zwicht uit angst,
Bang voor de eenzame leegte
Tussen middel- en wijsvinger aan mijn hand-
Aan de hand daarvan
Bevestig ik het verlangen naar en
Ik ben een verslaafde man
En wandel naar buiten voor een-
Paf mijn brandende stang,
Langzaam en zo lang mogelijk,
Intrigeer met ondoorgrondelijk belang
Het verlangen naar een sigaret-
Puur uit menselijk misselijkmakend mannelijke
Zelfvernietigingsdrang.

Naar een sigaret, ik verlang
Alsof ik mezelf net aan het verhangen ben
Door het toegeven aan het verlangen
Naar een sigaret.

M.S.

NB: Foto Rutger Kopland door de in Rotterdam woonachtige fotograaf Vincent Mentzel.

vrijdag 13 juli 2012

Meisjes

Meisjes blijven
Altijd meisjes,
Als bolletjes ijs
Die nooit zullen smelten
Door de tijd.

Eenmaal verlost
Van vaderlijke ijscomannen
Is het zelfs voor
Moeder Natuur moeilijk
Om grip op meisjes
Te krijgen
Met overvloedig verwarrende
Gedachten en gevoelens
Binnen handbereik.

Meisjes blijven
Altijd meisjes,
Want ze lijken slechts
Te verouderen,
Op te groeien,
Met gillen, om aandacht
Roepen, woest verwijten,
Met spullen smijten,
Knipogend verleiden,
Met nagels in je rug snijdend,
In je oor om meer hijgend,
Pijn lijdend
Als ze eenmaal
Zonen en dochters krijgen.

Meisjes blijven
Altijd meisjes,
Door bolletjes ijs
Watertandend,
Op de bank met moeders
Of vriendinnen hangend,
Naar ‘nóg een kus’ verlangend
Als je de de deur uit
Of zomaar wegwandelt,
Van tijd tot tijd,
Als het even lastig wordt
Naar een knuffel smachtend,
Op het juiste moment
Een compliment verwachtend,
Het liefst voor altijd
Hand-in-handend,
Stiekem nog altijd verrast worden
Door spontaan
Kus-op-de-wangend
Handelen.

Eenmaal verlost
van moederinstincten
Is het zelfs voor
Vaderfiguren moeilijk
Om juist hun meisjes
Goed te prijzen
Als onbegrip de overmacht-
Inlevingsvermogen, goed bedoeld,
gehoor op afstandelijk bereik.

Maar meisjes blijven
Altijd meisjes,
Als bolletjes ijs
Die nooit zullen smelten
Met de tijd.

M.S.

donderdag 12 juli 2012

De denker, de zoveelste bedreigde diersoort

Een schot in de roos gedacht,
Wachtend
Op nieuwe ronden, nieuwe kansen
En een blocnote
Om de pennenspinsels
Aan op te hangen
Ter decoratie.

Een siddering over de rug
Als gevaar zich buiten het lichaam
Als een geest in de lucht
Doet aan komen zweven-
Achter gekromd,
De longen in een eeuwige zucht
Zoals een hap naar adem.

Als denken geïsoleerd
Kon worden, zou het zeer
Op prijs gesteld worden
Maar de prijs staat genoteerd
Op het voorhoofd-
Denken:
Onbetaalbaar kostbaar,
Alleen zijn dieren
Gebonden aan rangorde
En overleven slechts
De sterkste gedachten.

M.S.

NB: Bovenstaand gedicht ter aanvulling op de volgende Facebook-status van Xanadu Dijks, journalist bij online street-fashion magazine 0-verbaal: 'Het leven is als poëzie, het klopt van geen kanten maar
toch lijkt het te rijmen. Vanaf vandaag ga ik mijn grenzen verleggen en hopelijk ook die van jullie. Vanaf nu drop elke dag een poëtisch line. Als je aangesproken voelt post dan rijm, gedicht whatever op mijn Wall. Wellicht wordt dit wel de langste poëtisch Facebook reeks.

#37-De denker, de zoveelste bedreigde diersoort.'

vrijdag 6 juli 2012

Lieve Carmen (afscheidsbrief van Don Giovanni)

Ja, ik doe aan verzoekjes. Zeker als er wordt gezegd: 'Schrijf maar wat over opera. Don Giovanni, of zoiets. Of nee, Carmen. Nou, kies jij maar.' Er wordt geglimlacht. Dus dan ga je aan de slag. Je denkt na over de opera. Vergelijkt het met de mythe van Don Juan. Vervolgens met Carmen. Je concludeert dat in beide opera's er een laatste confrontatie is die voor zowel Don Giovanni als Carmen niet goed afloopt. En dat weten ze stiekem ook. Dus wat doe je: je laat Don Giovanni een laatste brief schrijven. Aan Carmen. Van de ene opera naar de andere. En dan krijg je zoiets als onderstaand gedicht.

For the English translation of this poem, called 'Dear Carmen (goodbye letter by Don Giovanni)', click here.

Lieve Carmen (afscheidsbrief van Don Giovanni)

Vrouwenstemmen-
Ik hoor ze zingend zeggen
Dat ze in werkelijkheid
Sirenen zijn,
Geschapen om mij
Te verleiden
Tot schipbreuk, ik
De neerstortende vogel
Die rebels in vrijheid
Zou moeten zwelgen.

Vrouwenstemmen-
In dit laatste
Overdenken
Hoor ik ze slechts kraaien
En om aandacht roepen,
Ik hoor slechts
Zwarte duiven- witte raven
Die mij dankzij mijn overmoed
Op het randje van de afgrond
Plaatsten.

Vrouwenstemmen,
Lieve Carmen,
Zijn de dolken- opgepast!-
Die ons zullen doden-
Carmenoïde trekken ze corrumperend
Aan, enkel om ons
Neer te stoten
En er aan ontsnappen
Is bij voorbaat vervlogen
Hoop.

Lieve Carmen,
Mijn laatste woorden
Bevatten het besef
Dat wij alleen de Dood beminnen-
Hoor de Dood vals zingen,
Rampspoed aankondigend luid,
Als een dief die harten
Verslindt-
De Dood op mijn hielen,
De liefde voor het ontbijt etend
Zonder iets
Te drinken, bloed misschien.

Lieve Carmen,
Ons spel met andermans
Verlangens
Zal zich op ons wreken,
Ons bloedend laten branden-
Daarbij noch woord noch zwaard
Dat ons redden kan,
Pas dan
Kunnen witte duiven om ons wenen
Hoog in de lucht,
Voordat ze bevrijd landen.

Mannenharten,
Lieve Carmen,
Worden nu eenmaal
Sneller zwart als
Gevolg van de blinde lustjacht-
De erfenis van Casanova,
Die elke man, elke dwaas,
Vroeg of laat
Zal bevangen.

Mannenharten-
Het overdenken concludeert:
Voor elke vrouw valt
Te vallen,
Maar met ‘genoeg liefde’
Wordt alles veel te zacht
Uitgedrukt-
We kunnen niet anders
Dan alles verknallen,
Ik zit er tot mijn spijt
Ook maar aan vast.

Mannenharten-
Hoor ze zingend zeggen
Dat ze in werkelijkheid
Godenzonen van
Mars zijn,
Toreadors om jou
Te verblijden
Met hun pijnslag, ik
De neergestoken stier
Die in zijn val de vrijheid
Zal moeten vieren.

Met spijt een laatste groet
Maar oprecht veel liefs,

Don Giovanni.

M.S.

Dear Carmen (goodbye letter by Don Giovanni)

For the Dutch original, click here.

Female voices-
I hear them saying while singing
That in reality
They are Sirens,
Created to
Tempt me
To shipwreck, I
The falling bird
Who rebelliously should
Indulge in freedom.

Female voices-
During this final
Consideration
I only hear them crow
And call for attention,
I only hear
Black doves- white ravens
Who thanks to my hubris
Placed me at the brink of
The abyss.

Female voices,
Dear Carmen,
Are the daggers- beware!-
Which will kill us-
Carmen-like they attract
In a corrupted way, only to
Stab us down
And to escape it
Is hope already
Flown-away.

Dear Carmen,
My final words
Contain the realization
Of us only loving Death-
Hear Death sing falsely,
Loudly announcing disaster,
As if a thief devouring
Hearts-
Death follows me,
Eating love for breakfast
Without something
To drink, blood maybe.

Dear Carmen,
Our game with other people’s
Desires
Shall be avenged on you and me,
Will burn us bleeding-
Also no word nor sword
Could save us,
Only then
White doves can for us weep
High above,
Before landing freely.

Hearts of men,
Dear Carmen,
Are after all faster
Blacked because of
The blind hunt for lust-
The legacy of Casanova,
Which will infect
Every man, every fool
Eventually.

Hearts of men-
The considering concluded:
Every woman can
Be fallen for,
But with ‘sufficient love’
All is put to words
Way too soft-
We can’t do less
Than fully destruct,
Regretfully, I too
Am marked.

Hearts of men-
Hear them saying while singing
That in reality
They are divine
Sons of Ares,
Toreadors just to
Please you
With their strikes of pain, I
The struck-down bull
Who has to celebrate freedom
During his fall to the ground.

A regretful farewell
Yet with love, yours sincerely,

Don Giovanni.

M.S.