dinsdag 22 maart 2011

Poëzieweekend

De komende dagen ben ik wel weer een tijdje zoet. Zaterdag poëzie voordragen tijdens Speyksessie 4, in Galerie Frank Taal. Zowel dichter Jee Kast als schrijver Ernest van der Kwast zullen voordragen en dan ben ik, 'Der Nobody' Miguel Santos, er tussen gepropt. Als ik de organisatie een beetje goed inschat hebben ze hoge verwachtingen. Ik heb er geen. 'We verwachten kwaliteit', was het laatste dat ik op Twitter las. Het wordt zien hoe het gaat lopen allemaal. In ieder geval genieten van Ming's Pretty Heroes in een akoestische set. Sweet.

Zondag dankzij een afmelding meedoen met de 3e voorronde van Poetry Slam Rotterdam (Geen Facebook? Klik hier) in Café Hemingway. Ook hier helemaal geen verwachtingen. Waarschijnlijk wordt het gewoon weer na een ronde het op een zuipen zetten en luisteren naar andere dichters. O.a. Martin Aart de Jong, onderdeel van het Leids Dichtersgilde, zullen poëzie voordragen. En strijden om een plek in de Jaarfinale van Poetry Slam Rotterdam op 5 juni. Degene die dat wint, gaat namens Rotterdam naar het NK Poetry Slam. Maar dat is nog heel ver weg. Heel. Ver. Weg. Ik ga me gewoon voorbereiden op een weekend poëzie voordragen en verder zie ik wel hoe het loopt. En anders verwijs ik je graag naar mijn anti-poetryslam-gedicht.

M.S.

Espresso



Espresso

Doet u mij
Een espresso,
Pen vol papier
In een kopje klein.

Ernaast-
Zonovergoten aroma's
Door de op zout gebrachte
Smaaksensatie
Van een simpel
Zachtgekookt ei.

Zo'n expressieloze espresso
Wekt de impressie
Gewoonweg
De beste te zijn,
Ondanks langdurig
Slokgenot
In een fractie
Van een seconde.

Doet u mij
Nog een rondje
Espressokoffie,
Voor de middagzondagwarmte
Ermee stopt.

M.S.

maandag 14 maart 2011

Bibliowrite

Het is elke keer weer grappig om te zien welke rare woorden je met andere woorden kan maken (zie titel). Minder grappig is dat als je de woorden juist zo hard nodig hebt, ze je niet te binnen schieten. Het is nog minder grappig als je bedenkt dat je in zo'n drie uur tijd slechts één pagina hebt geschreven aan je verhaal. En drie passages hebt gekoppiepeest. Ondanks de inspirerende, opzwepende en mind soothing muziek van De Zwarte Lijst.

Het is vooral frustrerend als je zou bedenken hoe lang ik hier al mee bezig ben (zo'n zeven jaar). In al die tijd heeft het zich nog nooit ontwikkeld tot een compleet manuscript. Een eerste eindversie. En dat is jammer, maar geen ramp. Een aantal weken terug kreeg ik opeens een eindversie van een toneelstuk dat ik in 2005 voltooid heb. Alleen toen ik het terug las, bleek het nogal kortzichtig te zijn geschreven. Veel dingen ontbraken nog. Oftewel: dat gaat ook op de lijst om te (her)schrijven. Voorlopig ben ik nog wel even zoet. Ik denk stiekem (en op aanraden) ook nog aan een dichtbundel, maar dat is misschien een brug te ver. We zien wel.

M.S.

donderdag 10 maart 2011

Winnaar(smentaliteit)

Afgelopen dinsdag toch maar naar de Leidse Poëzieslag gegaan, met de instelling om mijn 'Anti-Poetryslam'-gedicht voor te dragen vanaf papier, er na een ronde er al uit te liggen en weer terug naar huis te gaan. Het liep een beetje anders: uiteindelijk won ik de derde ronde van Josse Kok. Jurycommentaren: 'Het vrouwelijke jurylid zat weg te zwijmelen bij je eerste gedicht (Dichten doe je met een vulpen)', 'Het getuigt van grote lef om alsnog een gedicht Over het schrijven van een gedicht te doen. En Over het verlangen naar een sigaret was zeer aangenaam, ik vind het zelf ook lekker' en 'Je hebt een aangename, rustige manier van voordragen'.

Maar vooral het eerste jurycommentaar, over het zwijmelende jurylid, was al de echte overwinning. Reismetgezel en deelnemer Voigt Moisturizer, die er wél na een ronde al uitvloog volgens zijn self-fulfilling prophecy, vond me de terechte winnaar. Dus zit je om een uurtje of twaalf in de trein terug naar Rotterdam als winnaar en halve finalist van de Leidse Poëzieslag in het najaar. En dan ga je natuurlijk een overwinningsdrankje drinken in één van je favoriete bars en schrijf je er het volgende gedicht over:

Winnaar(smentaliteit)

Amaretto
Drinkend als de dronken aap
Die ik ga worden
Vanavond
Smaakt het als een
Winaarsdrankje.

De bescheidenheid
Zit hem in de blokjes ijs
Die mijn gemoedstoestand
Via de spijsvertering
Euforisch
Een halt toeroepen
En mijn voeten
De grond blijven laten
Voelen.

Natuurlijk
Ben je blij
En terecht vrij
Om tegen Jan en alleman
Te verkondigen dat jij
Middels poëzieporno
De prijs
In de wacht sleepte.

Maar het leven
Gaat door-
Draai de knop
Om morgen
Weer te vrezen
Voor de leegte
Van je bankrekening.

Winnaars blijken vaak
Eendagsvliegen-
Verliezers kiezen er niet
Voor om jaloezie
Jouw kant
Op te schieten,
Maar genieten
Als zij eenmaal winnen
En jij eens niet.

Des te beter
Smaakt de gratis
Amaretto,
Voor datgene wat ik nog
In petto heb,
Maar nu even niet-
Het is al zo laat
Op de avond.

M.S.

maandag 7 maart 2011

Poëzieslagveld

Vanmiddag werd ik uitgedaagd om een gedicht te schrijven over 'Poetryslam is kut'. Dat begon met veel bluf, maar ik ben toch begonnen aan een gedicht. Het is niet mijn favoriete manier van voordragen en dat heb ik verwerkt in een dichtvorm. Morgenavond draag ik dit voor tijdens, hoe toepasselijk, de Leidse Poëzieslag. Hieronder het gedicht 'Poëzieslagveld':


Poëzieslagveld

‘Uit het hoofd,
Zoals het hoort’
Gooi ik bij deze overboord-
Ik heb nog
Niemand
Met enige autoriteit
In mijn optiek
Horen zeggen
Zo een publiek
Te moeten bekoren.

Dat is niet mijn stijl,
Vriend
Want ik ben
Pen en papierlijk
Bewapend-
Zwaarbeladen
Met poëtische kogels
Zonder haken en ogen.

Ook zo
Kan de dichter pogen
Zijn of haar toehoorders
Smoor te krijgen
Middels voordrachten
En verhalende dromen
Uit zijn poëticale
Clochardbestaan.

Dat is hoe ik ijver,
Lief,
Als ik je deze regels schrijf-
Ondertussen
Het papier erbij
Houdend als ik deze regels
Heimelijk
In gedachten,
In levende lijve
Voor je oprijm.

Doch is dat niet jouw stijl,
Vriend,
Ik zie het-
Jij verkiest
Het verdienen
Van respect voor je poëzie
Met gestuiter,
Armig heen en weer gezwiep
En gezwaai
En licht agressief getier-
Echter,
Soms traag liefkozend,
Immer uit het hoofd.

Nauwelijks monotonendoof
Heeft elke dichter
Zijn manier gekozen
om de plek,
Waarvan zij vinden op te behoren
Op dit Poëzieslagveld,
Te veroveren
Maar het voordragen van gedichten
Had nooit een competitie
Moeten worden.

Wedijveren om
Brengen van poëzie
Is participeren in literaire moord
In plaats van honoreren van het gesproken woord,
Gelezen vanaf papier
En bedoeld als vertier
En schoonspoelen van de ziel
Van de luisterende lezer.

Het afmaken en breken
Van dichters
Op een Poëzieslagveld
Zou niet moeten mogen-
De stem van de fanaten
Moet harder gelden,
Om onzekere dichters
Zich te laten melden
En zich onbevangen
Te meten
Met hun helden,
Ieder hun dicht
Te laten zeggen.

‘Uit het hoofd,
Zoals het hoort’
gooi ik bij deze overboord-
Poëzieslagvelden overleven
Behoort niet tot mijn
Dromen.

M.S.