Sinds april schrijf ik voor elke vrijdag een gedicht op basis van verschillende nieuwsberichten over Rotterdam, wat ik live voordraag in de show van Mark van Dale op Open Rotterdam. Mocht 09.15u te vroeg voor je zijn geweest, of was je net even iets anders aan het doen dan naar 93.9 FM te luisteren, hieronder het gedicht van 30 mei met bijbehorende nieuwsberichten.
Camerageil
Want we willen alles en overal
kunnen zien, kijken waar
de dader of het slachtoffer
precies uithangt-
camerageilheid is een krachtig
middel tegen hufterig rijgedrag
jegens vrouwen of portiers
in kroegen door mannen,
of een oogje in het zeil van
een half miljoen slachtofferhulp
mede mogelijk door de Kredietbank
dat ’s nachts naar Den Haag wordt gewandeld.
Gelukkig telt Rotterdam
mensen die een neus hebben voor olifanten
die met hun band gewoon langs
willen komen om hun kunstje te doen
en zijn ze nog goedkoper dan
het gemiddelde nieuwbouwplan
of rondvliegende kogels, de straf:
selfies van kamperen op een koude grasmat.
M.S.
Posts tonen met het label Rotown. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Rotown. Alle posts tonen
vrijdag 30 mei 2014
Over Rotterdam - 30 mei 2014
Labels:
De Kuip,
gedicht,
inspiratie,
live,
nieuws,
Open Rotterdam,
over,
poëzie,
radio,
RET,
Rotown,
Rotterdam,
thema,
voordragen,
vrijdag
maandag 30 april 2012
Rotown Magic (vrij naar J.A. Deelder)
Rotterdam, Nieuwe Binnenweg,
een hip eetcafé
‘Why can’t this wait until I die’
in reliëf op de muur.
Overal vrouwen, sigarettenrook,
mannen met vrouwen, lekker eten
wordt gekookt.
Kipspies met tomaat-paprikasaus,
bijvoorbeeld.
Rokende en niet-rokende mensen,
met op tafel frisdrank, bier,
of een andere alcoholische drank,
een versnapering naast de asbak,
relaxte muziekklanken op de
achtergrond.
Opeens krijg ik er inspiratie van.
M.S.
NB: Geschreven half april 2005, aan een tafel net voor de doorgang naar het toenmalige lounge-gedeelte. Nu is dat de opslag van instrumenten en is de lounge een aparte ruimte geworden. Vandaag bestaat Rotown 25 jaar, dus genoeg reden om dit eens te posten. Vele herinneringen eraan.
De foto hierboven is afkomstig van Rob van der Hoevens website, de maker van het kunstwerk aan de muur van Rotown.
een hip eetcafé
‘Why can’t this wait until I die’
in reliëf op de muur.
Overal vrouwen, sigarettenrook,
mannen met vrouwen, lekker eten
wordt gekookt.
Kipspies met tomaat-paprikasaus,
bijvoorbeeld.
Rokende en niet-rokende mensen,
met op tafel frisdrank, bier,
of een andere alcoholische drank,
een versnapering naast de asbak,
relaxte muziekklanken op de
achtergrond.
Opeens krijg ik er inspiratie van.
M.S.
NB: Geschreven half april 2005, aan een tafel net voor de doorgang naar het toenmalige lounge-gedeelte. Nu is dat de opslag van instrumenten en is de lounge een aparte ruimte geworden. Vandaag bestaat Rotown 25 jaar, dus genoeg reden om dit eens te posten. Vele herinneringen eraan.
De foto hierboven is afkomstig van Rob van der Hoevens website, de maker van het kunstwerk aan de muur van Rotown.
Labels:
25 jaar,
gedicht,
herinnering,
inspiratie,
J.A. Deelder,
Miguel Santos,
nieuw,
Nieuwe Binnenweg,
oud,
Rob van der Hoeven,
Rotown,
Rotterdam
maandag 17 januari 2011
Dwalen

In gedachten drink je dat beloofde kopje koffie. Is het gezellig. Goede locatie, goede koffie, goed gezelschap. Slaat je fantasie op hol, maar komt weer tot de realiteit als je jezelf opeens afvraagt waar je portemonnee is. Je gedachten dwalen naar je portemonnee. Die zit nog in je jas, hangt over de stoel waarop je zit te schrijven. Bij kaarslicht, dat is wel zo literair verantwoord. Geen muziek, slechts de deuren in het huis waar je schrijft die open en dicht gaan. De duiven in de dakgoot. En je gedachten dwalen af.
Naar het kopje koffie dat je gezet hebt, maar nog steeds in de keuken staat. Er moet nog suiker in. Je sigaretten zijn op. de tekst waar je aan werkt, die wel eens af mag komen. Geschreven worden. Ik doe mijn best, maar met weinig energie gaat het een stuk lastiger. Ook als je de structuur ervan niet herinnert als je wakker wordt, en je in je droom een gedicht aan het voordragen bent over je stad. Dat de stad ook zijn mindere kanten heeft. Je denkt na, denkt hard na. Maar je komt niet verder dan de regels:
En dan sta je onder de vleugels van de Zwaan,
Te staren naar de Maas
En haar water dat golft,
Altijd in beweging-
Net als de volle binnenstad,
Die je zojuist verlaten hebt.
En toen kwam er nog iets. Maar je komt er niet op. Dus dwaal je verder. Je roert mee met het lepeltje door je oplos-cappuccino. Eet wat. Pakt versuft je gear en stapt in de tram. Naar hier. En je schrijft die paar regels over die je vanochtend kon bedenken na het dromen van dat gedicht. In de hoop er nog meer bij komt. Maar je gedachten dwalen af. Naar je blog. Een kopje koffie. Een betere locatie, betere koffie, beter gezelschap. Überhaupt gezelschap. Maar je gedachten dwalen af. Voor je het weet zit je toch weer te schrijven.
M.S.
woensdag 24 november 2010
Soundtrack

Om terug te komen op Pfauth: in zijn volgende blog geeft hij een impressie over zijn idee voor een ‘film over journalistiek’. Een geweldig idee en ik denk dat daar wel veel mensen voor te porren zijn. Enige inspiratiebron is wellicht een van de laatste films van Russell Crowe: State of Play (2009). Daarin speelt hij een onderzoeksjournalist die een moord op de minnares van een congreslid onderzoekt. Maar mijn vraag is dan: ‘Wat wordt de soundtrack?’ Eigenlijk bedoel ik te zeggen, dat de muziek bij een film over journalistiek ook niet mag onderbreken.
Hetzelfde geldt voor het schrijven van deze blog. Daarbij nog veel meer momenten in ons leven. Op het moment van schrijven bevind ik me in de wereld van Room For Squares van John Mayer, die ik tien minuten geleden in een grote mediawinkel vond voor een prikkie. Het enige album van hem wat ik nog niet heb – buiten zijn liveregistraties en John Mayer Trio om. Haal ik mijn oordopjes uit mijn oren, hoor ik iets heel anders. Moderne hiphopfunk, of zoiets. Geen idee wat het is. Maar mijn punt is: zelfs een simpel moment als een drankje doen in een café heeft een soundtrack. De commercials op tv hebben vaak zelfs speciaal voor die commercial gecomponeerde muziek. Op onze huwelijksdag is er dat ene nummer waarop je voor het eerst met je bruid of bruidegom een dansje waagt. Als we sterven hebben wij of onze nabestaanden een top drie uitgezocht. Die moet wel passen bij je ceremonie én persoonlijkheid. Kortom: de soundtrack is eigenlijk niet meer weg te denken uit ons leven en zeg ik mijn lidmaatschap op de ‘Music is the Soundtrack of my life’-Hyve nog lang niet op.
Het is zelfs zo erg dat ik de soundtrack van morgenavond ook al weet. Deze wordt (wederom in Rotown) verzorgd door de heren van Mamas Gun. Een stel Britse gasten, wiens poster bij de ingang hangt. Toen ik het afgelopen weekend eens ging luisteren wat zij dan voor muziek maken – ze worden aangekondigd als een mix tussen Jamiroquai, Graffiti6 en Ryan Shaw – viel mijn mond open van verbazing. Eerst vermoedde ik dat het een Strange Fruit-idee was, maar hetgeen is minder waar. Rotown heeft een heuse Funksoulbrotherband binnen gehaald. Uiteraard is het niet zoals vroeger, maar wel het beste van wat ik tot nu toe gehoord heb. De heren hebben energie, melodieuze klanken, strakke nummers en (hopelijk) ook nog een leuke cover uit de good ol’ days om het publiek te pleasen.
Maar dat is morgen pas. Voorlopig zit ik hier met een ‘Love song for no one’. Dat je het even weet. Niets liefde, geld of roem. Soundtracks. Beleven van muziek. Zelfs dat is literair verantwoord. Pak ‘Komt een vrouw bij de dokter’ maar weer uit je boekenkast. Wat staat er boven elk hoofdstuk? Ik bedoel maar.
M.S.
woensdag 10 november 2010
Herschrijven
Met een biertje achter mijn laptop, een zeer penetrante 'natte hond'-geur in mijn neus en mijn gedachten ergens anders, bevind ik me zoals vaker het geval is in Rotown. De plek waar ik ooit als zeventienjarige kneus ging zitten schrijven aan mijn eerste boek. Met dat boek zou ik in een jaar Nederland veroveren en mijn naam vestigen tussen Mulisch, Wolkers, Giphart en Grunberg. Zij zouden me respecteren om mijn vlammende teksten en in een hele enthousiaste bui zouden zij MIJ om een handtekening vragen. Hetgeen onmogelijk is omdat a) Wolkers en Mulisch er inmiddels niet meer zijn en b) mijn eerste roman na zeven jaar nog steeds niet voltooid is. En ook mijn eerste dichtbundel, waar een oud-docent mij een kwartier geleden nog om vroeg, zit er voorlopig ook niet in. Helaas: mijn jeugdige enthousiasme is na een aantal schrijfwedstrijden en een Poetry Slam-avontuur ingeruild voor het burgerlijke studeren en een toekomst opbouwen.
Tussen de regels door wordt er wel degelijk geschreven. Geen poëzie, dat niet. Maar wel het boek waar ik ooit aan begon, omdat het steeds meer begint te knagen. Vooral omdat 'de toekomst' steeds dichterbij komt. Een diploma, en dan? Werken? Doorstuderen? Schulden opbouwen? Nah. De plannen zitten in mijn hoofd, maar het moet er alleen uit. Gelukkig pak ik op een vrij moment alles wat ik tot nu toe geschreven heb voor dat illustere boek, met die beoogde oh-zo-mooie voorkant, en probeer te schrappen, herschrijven, aan te vullen en te controleren. Iets wat veel werk is, maar ik mocht vorige week het negende hoofdstuk afstrepen. Dat betekent nog vier te gaan, waarvan het laatste hoofdstuk in zijn geheel nog geschreven moet worden.
Dan slaak je een zucht van opluchting, schenk je jezelf een glas rode Martini in en leest: 'X'. En je bladert. Schrikt. Bladert nog meer. Schrikt nog meer. Je bent verder dan je ooit geweest bent met nakijken. Afgezien van het schrijven. Je begint opnieuw, met een hoofdstuk dat je eigenlijk vrij weinig zegt. En waarvan je nu al een belangrijke verandering moet doorvoeren: het hernamen van een personage. Maar daar loop je al vast, dus leg je het weer weg. Ook omdat je best vermoeid bent na al dat herschrijven. Het is weer tijd voor een pauze, zeg je tegen jezelf. En voor je het weet ben je weer een week verder, zonder het ook maar opnieuw opgepakt te hebben. Totdat je de volgende dag vrij blijkt te zijn. Je dus een avond kan lezen en doorschrijven tot en met de volgende dag. Heerlijk. Dus bij deze zijn mijn plannen voor vanavond gewijzigd (mits je met een verdomd goed voorstel komt) en duik ik in de letteren. Gelukkig heb ik mijn zwemdiploma's.
M.S.

Dan slaak je een zucht van opluchting, schenk je jezelf een glas rode Martini in en leest: 'X'. En je bladert. Schrikt. Bladert nog meer. Schrikt nog meer. Je bent verder dan je ooit geweest bent met nakijken. Afgezien van het schrijven. Je begint opnieuw, met een hoofdstuk dat je eigenlijk vrij weinig zegt. En waarvan je nu al een belangrijke verandering moet doorvoeren: het hernamen van een personage. Maar daar loop je al vast, dus leg je het weer weg. Ook omdat je best vermoeid bent na al dat herschrijven. Het is weer tijd voor een pauze, zeg je tegen jezelf. En voor je het weet ben je weer een week verder, zonder het ook maar opnieuw opgepakt te hebben. Totdat je de volgende dag vrij blijkt te zijn. Je dus een avond kan lezen en doorschrijven tot en met de volgende dag. Heerlijk. Dus bij deze zijn mijn plannen voor vanavond gewijzigd (mits je met een verdomd goed voorstel komt) en duik ik in de letteren. Gelukkig heb ik mijn zwemdiploma's.
M.S.
Labels:
Miguel Santos,
proza,
Rotown,
schrijven
vrijdag 3 september 2010
Vrijdag[3]
[Vervolg]
Herinner je die videoclip van Alicia Keys genaamd Karma? En dat het gedeelte waarin ze in een lichtblauwe outfit in de middle of nowhere staat te zingen? Dat ze toen stijl haar had en een rechte pony? Met die videoclip in gedachten kijk ik naar het meisje dat nu tegenover me is komen te zitten. Alleen draagt ze een donkergrijze colbert en een rood-wit gestreept jurkje eronder in plaats van lichtblauw.
Terwijl ze is gaan zitten heeft ze het met een vriendin ergens over. Ik versta de woorden 'krullen' en 'een beetje getint'. Mijn oren spitsen zich. Maar dat is onmogelijk, want niemand had iets van hem gehoord. Of toch wel? Met moeite kan ik me concentreren op het gesprek dat zij voeren, omdat ik zoveel geluiden om me heen hoor. En de gesprekken van de 'zeven zondes', die steeds meer beginnen te lijken op het heen en weer smijten van oneliners.
'En opeens was hij weer verdwenen,' zei Pony Straight, 'als sneeuw voor de zon. Hij liet geen bericht achter, geen briefje, niets.'
'Heb je hem geprobeerd te bellen?' vroeg het aanhangsel.
'Dat ging niet.'
Pony Straight neemt een hijs van haar sigaret en drukt hem uit.
'Hij heeft me zijn nummer nooit gegeven.'
'Wat raar. En jammer, want je klonk heel enthousiast over, ehh. Hoe heette hij ook alweer?'
'León. León de Barreiro. Zucht.'
Slik.
'Wel een mooie naam, zeg.'
'Ja, stel je eens voor dat we zouden trouwen en kinderen krijgen. En ik zijn achternaam! Dat is toch geweldig?'
en nu gaat het hele feest niet door. Ik vraag me af waar hij nu is. Verdomme, León. Laat iets van je horen. Maar ik wilde Pony Straight geen valse hoop geven dat ik hem zou kennen. Ik weet nog minder dan zij.
'Laten we nog even teruggaan naar dat weekend,' vervolgt het aanhangsel, 'heb je misschien iets verkeerds gezegd of gedaan?'
Pony Straight pijnigt haar hersens over dit vraagstuk.
'Nee, helemaal niets. Het was gewoon geweldig. En ik had het geluk dat mijn ouders weg waren. Maar ik kan me niets bedenken dat ik verkeerd heb gedaan. We hadden op dat feestje van vrijdag al gezoend - hij zoende zóóóó lekker - en toen heeft hij me thuis gebracht. Ik vroeg hoe hij naar huis ging, en toen haalde hij zijn schouders op. Daarop nodigde ik hem uit om te blijven slapen. Vanaf daar werd het een grote roes van vrijen-'
'Iew,' onderbreekt het aanhangsel, 'dat klinkt zo oubollig en vies.'
Pony Straight lacht.
'Maar er was ook dikke porno, hoor. Op het aanrecht, de keukentafel. Oh, en in mijn ouders bed deed hij-'
'Ja, ik hoef verder niets te horen. Details houd je maar voor jezelf.'
Volgens mij is hier iemand seksueel gefrustreerd.
'Maar ach, ik neem aan dat hij in de stad woont. Je komt hem nog wel een keer tegen.'
'Ik hoop het. Want ik voelde tot in mijn tenen dat dit niet zomaar een one night stand was, weet je. Dit had zo mooi kunnen worden. Kan het nog steeds worden, trouwens.'
De ober onderbreekt nu het gesprek. Ik vraag me af waar León heen is gegaan. Is hij terug in de stad of niet? Waarom laat hij niemand wat weten? Wat is er gebeurd? Of moet ik hem juist met rust laten? gaat het wel goed met hem? Waar is hij verdomme mee bezig? Ik ben zijn vriend, die laat je toch niet zomaar in de steek? Ik besluit om nog een rode wijn te bestellen en León nog eens proberen te bellen.
M.S.
Herinner je die videoclip van Alicia Keys genaamd Karma? En dat het gedeelte waarin ze in een lichtblauwe outfit in de middle of nowhere staat te zingen? Dat ze toen stijl haar had en een rechte pony? Met die videoclip in gedachten kijk ik naar het meisje dat nu tegenover me is komen te zitten. Alleen draagt ze een donkergrijze colbert en een rood-wit gestreept jurkje eronder in plaats van lichtblauw.
Terwijl ze is gaan zitten heeft ze het met een vriendin ergens over. Ik versta de woorden 'krullen' en 'een beetje getint'. Mijn oren spitsen zich. Maar dat is onmogelijk, want niemand had iets van hem gehoord. Of toch wel? Met moeite kan ik me concentreren op het gesprek dat zij voeren, omdat ik zoveel geluiden om me heen hoor. En de gesprekken van de 'zeven zondes', die steeds meer beginnen te lijken op het heen en weer smijten van oneliners.
'En opeens was hij weer verdwenen,' zei Pony Straight, 'als sneeuw voor de zon. Hij liet geen bericht achter, geen briefje, niets.'
'Heb je hem geprobeerd te bellen?' vroeg het aanhangsel.
'Dat ging niet.'
Pony Straight neemt een hijs van haar sigaret en drukt hem uit.
'Hij heeft me zijn nummer nooit gegeven.'
'Wat raar. En jammer, want je klonk heel enthousiast over, ehh. Hoe heette hij ook alweer?'
'León. León de Barreiro. Zucht.'
Slik.
'Wel een mooie naam, zeg.'
'Ja, stel je eens voor dat we zouden trouwen en kinderen krijgen. En ik zijn achternaam! Dat is toch geweldig?'
en nu gaat het hele feest niet door. Ik vraag me af waar hij nu is. Verdomme, León. Laat iets van je horen. Maar ik wilde Pony Straight geen valse hoop geven dat ik hem zou kennen. Ik weet nog minder dan zij.
'Laten we nog even teruggaan naar dat weekend,' vervolgt het aanhangsel, 'heb je misschien iets verkeerds gezegd of gedaan?'
Pony Straight pijnigt haar hersens over dit vraagstuk.
'Nee, helemaal niets. Het was gewoon geweldig. En ik had het geluk dat mijn ouders weg waren. Maar ik kan me niets bedenken dat ik verkeerd heb gedaan. We hadden op dat feestje van vrijdag al gezoend - hij zoende zóóóó lekker - en toen heeft hij me thuis gebracht. Ik vroeg hoe hij naar huis ging, en toen haalde hij zijn schouders op. Daarop nodigde ik hem uit om te blijven slapen. Vanaf daar werd het een grote roes van vrijen-'
'Iew,' onderbreekt het aanhangsel, 'dat klinkt zo oubollig en vies.'
Pony Straight lacht.
'Maar er was ook dikke porno, hoor. Op het aanrecht, de keukentafel. Oh, en in mijn ouders bed deed hij-'
'Ja, ik hoef verder niets te horen. Details houd je maar voor jezelf.'
Volgens mij is hier iemand seksueel gefrustreerd.
'Maar ach, ik neem aan dat hij in de stad woont. Je komt hem nog wel een keer tegen.'
'Ik hoop het. Want ik voelde tot in mijn tenen dat dit niet zomaar een one night stand was, weet je. Dit had zo mooi kunnen worden. Kan het nog steeds worden, trouwens.'
De ober onderbreekt nu het gesprek. Ik vraag me af waar León heen is gegaan. Is hij terug in de stad of niet? Waarom laat hij niemand wat weten? Wat is er gebeurd? Of moet ik hem juist met rust laten? gaat het wel goed met hem? Waar is hij verdomme mee bezig? Ik ben zijn vriend, die laat je toch niet zomaar in de steek? Ik besluit om nog een rode wijn te bestellen en León nog eens proberen te bellen.
M.S.
Vrijdag[2]
[Vervolg]
Ik zit inmiddels al een half uur te luisteren naar een gesprek dat geen gesprek is. Slechts flarden van conversaties die over en weer schieten tussen Pornogrijs Piercing en Andrélon Zomerblond en de rest.
'Kabouter Buttplug al gezien,' vraagt Muurbloempje Groenoog
'Ja,' giechelt de rest.
Het zal me echt een worst wezen of je die gezien hebt of niet.
'Hoe staat het eigenlijk met de politiek?'
'Wil iemand nog een stukje taart?'
Stop alsjeblieft je hele mond vol, zodat er geen geluid meer uit komt. Ik bedoel, jij en ik hebben ook wel eens een onzingesprek van tijd tot tijd, maar meestal blijf je toch net iets langer hangen bij een onderwerp dan drie zinnen en acht keer giechelen. En het is nog niet eens twee uur, dat belooft niet veel goeds voor de rest van de dag.
Het positieve hiervan is dan weer wel dat je inmiddels alweer een tweede deel van een blog kunt typen. Maar om het toch een beetje fictief te maken zal ik - de schrijver - het voor jou - de lezer - even wat romantiseren door wat nieuwe personages toe te voegen en een plotwending. Ben je er klaar voor? Komt ie.
[Wordt vervolgd]
Ik zit inmiddels al een half uur te luisteren naar een gesprek dat geen gesprek is. Slechts flarden van conversaties die over en weer schieten tussen Pornogrijs Piercing en Andrélon Zomerblond en de rest.
'Kabouter Buttplug al gezien,' vraagt Muurbloempje Groenoog
'Ja,' giechelt de rest.
Het zal me echt een worst wezen of je die gezien hebt of niet.
'Hoe staat het eigenlijk met de politiek?'
'Wil iemand nog een stukje taart?'
Stop alsjeblieft je hele mond vol, zodat er geen geluid meer uit komt. Ik bedoel, jij en ik hebben ook wel eens een onzingesprek van tijd tot tijd, maar meestal blijf je toch net iets langer hangen bij een onderwerp dan drie zinnen en acht keer giechelen. En het is nog niet eens twee uur, dat belooft niet veel goeds voor de rest van de dag.
Het positieve hiervan is dan weer wel dat je inmiddels alweer een tweede deel van een blog kunt typen. Maar om het toch een beetje fictief te maken zal ik - de schrijver - het voor jou - de lezer - even wat romantiseren door wat nieuwe personages toe te voegen en een plotwending. Ben je er klaar voor? Komt ie.
[Wordt vervolgd]
vrijdag 18 juni 2010
Vrijdag[1]
Ook als schrijver luid je de vrijdagmiddag in met een borrel. Dit keer is het rode wijn geworden in plaats van het gebruikelijke bier. Telefoon en sigaretten binnen handbereik, de laptop op schoot. Aangezien ik mijn boek thuis ben vergeten heb ik niets te lezen. Nu zou ik mijn tijd kunnen vullen met het laatste nieuws online, maar ik voel er meer voor om mijn creatieve brein weer even aan de slag te zetten. onder het genot van wijn. Uitzicht. Straatgeluiden. Het enige wat ontbreekt is eigenlijk de muziek, maar dat is in dit geval geen pre. Neen, gewoon verstand op nul en typen maar. Iets waarmee ik menig Hyves-blog wist te vullen. Je komt vanzelf wel uit op een onderwerp.
Ik zal je de situatie eens schetsen, aangezien je er niet bij bent. Hartje Rotterdam, Nieuwe Binnenweg, Rotown. Ik zit midden op het terras, tegenover de ingang. Rechts van mij zitten twee mannen - waarvan er een acteur is bij het O.T. Theater - een serieus gesprek te voeren over acteurs. Daarnaast zit een jong stelletje, type 'We hebben elkaar in de soos ontmoet en zijn dolgelukkig'. Ertegenover bevindt zich een trio bestaande uit een uitgerangeerde en inmiddels bevallen Kim Basinger, Jeff 'The Dude' Lebowski en zijn nieuw verworven kilo's en een look-a-like van dichter Edwin de Voigt a.k.a. Voigt Moisturizer. Weer daarnaast zit een tweetal jonge vrouwen, die naar mijn idee 'iets met mode' doen.
Links van mij, en daarbij beperk ik me tot meteen links van mij, bevindt zich een groep van zeven vrouwen. Allen met een andere haar- en oogkleur, waardoor ik ze bij deze bombardeer tot 'de zeven zondes'. Sommige van hen zitten maar een beetje schaapachtig te lachen en ik zit te wachten tot Brunette Sproet in slaap valt. Zij is het minst actief. Althans, die lacht het minst. De sfeermakers in dit geheel zijn Pornogrijs Piercing en Andrélon Zomerblond. Zij zitten, net als ik op het bankje en kijken koninklijk neer op de rest van het terras. Zowel Beatrix achter hen en Grunberg - zojuist aangeschoven naast de ingang - lijkt het niet te deren. Heb je het beeld een beetje?
[Wordt vervolgd]
Ik zal je de situatie eens schetsen, aangezien je er niet bij bent. Hartje Rotterdam, Nieuwe Binnenweg, Rotown. Ik zit midden op het terras, tegenover de ingang. Rechts van mij zitten twee mannen - waarvan er een acteur is bij het O.T. Theater - een serieus gesprek te voeren over acteurs. Daarnaast zit een jong stelletje, type 'We hebben elkaar in de soos ontmoet en zijn dolgelukkig'. Ertegenover bevindt zich een trio bestaande uit een uitgerangeerde en inmiddels bevallen Kim Basinger, Jeff 'The Dude' Lebowski en zijn nieuw verworven kilo's en een look-a-like van dichter Edwin de Voigt a.k.a. Voigt Moisturizer. Weer daarnaast zit een tweetal jonge vrouwen, die naar mijn idee 'iets met mode' doen.
Links van mij, en daarbij beperk ik me tot meteen links van mij, bevindt zich een groep van zeven vrouwen. Allen met een andere haar- en oogkleur, waardoor ik ze bij deze bombardeer tot 'de zeven zondes'. Sommige van hen zitten maar een beetje schaapachtig te lachen en ik zit te wachten tot Brunette Sproet in slaap valt. Zij is het minst actief. Althans, die lacht het minst. De sfeermakers in dit geheel zijn Pornogrijs Piercing en Andrélon Zomerblond. Zij zitten, net als ik op het bankje en kijken koninklijk neer op de rest van het terras. Zowel Beatrix achter hen en Grunberg - zojuist aangeschoven naast de ingang - lijkt het niet te deren. Heb je het beeld een beetje?
[Wordt vervolgd]
Abonneren op:
Posts (Atom)