Posts tonen met het label Leiden. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Leiden. Alle posts tonen

donderdag 10 maart 2011

Winnaar(smentaliteit)

Afgelopen dinsdag toch maar naar de Leidse Poëzieslag gegaan, met de instelling om mijn 'Anti-Poetryslam'-gedicht voor te dragen vanaf papier, er na een ronde er al uit te liggen en weer terug naar huis te gaan. Het liep een beetje anders: uiteindelijk won ik de derde ronde van Josse Kok. Jurycommentaren: 'Het vrouwelijke jurylid zat weg te zwijmelen bij je eerste gedicht (Dichten doe je met een vulpen)', 'Het getuigt van grote lef om alsnog een gedicht Over het schrijven van een gedicht te doen. En Over het verlangen naar een sigaret was zeer aangenaam, ik vind het zelf ook lekker' en 'Je hebt een aangename, rustige manier van voordragen'.

Maar vooral het eerste jurycommentaar, over het zwijmelende jurylid, was al de echte overwinning. Reismetgezel en deelnemer Voigt Moisturizer, die er wél na een ronde al uitvloog volgens zijn self-fulfilling prophecy, vond me de terechte winnaar. Dus zit je om een uurtje of twaalf in de trein terug naar Rotterdam als winnaar en halve finalist van de Leidse Poëzieslag in het najaar. En dan ga je natuurlijk een overwinningsdrankje drinken in één van je favoriete bars en schrijf je er het volgende gedicht over:

Winnaar(smentaliteit)

Amaretto
Drinkend als de dronken aap
Die ik ga worden
Vanavond
Smaakt het als een
Winaarsdrankje.

De bescheidenheid
Zit hem in de blokjes ijs
Die mijn gemoedstoestand
Via de spijsvertering
Euforisch
Een halt toeroepen
En mijn voeten
De grond blijven laten
Voelen.

Natuurlijk
Ben je blij
En terecht vrij
Om tegen Jan en alleman
Te verkondigen dat jij
Middels poëzieporno
De prijs
In de wacht sleepte.

Maar het leven
Gaat door-
Draai de knop
Om morgen
Weer te vrezen
Voor de leegte
Van je bankrekening.

Winnaars blijken vaak
Eendagsvliegen-
Verliezers kiezen er niet
Voor om jaloezie
Jouw kant
Op te schieten,
Maar genieten
Als zij eenmaal winnen
En jij eens niet.

Des te beter
Smaakt de gratis
Amaretto,
Voor datgene wat ik nog
In petto heb,
Maar nu even niet-
Het is al zo laat
Op de avond.

M.S.

maandag 7 maart 2011

Poëzieslagveld

Vanmiddag werd ik uitgedaagd om een gedicht te schrijven over 'Poetryslam is kut'. Dat begon met veel bluf, maar ik ben toch begonnen aan een gedicht. Het is niet mijn favoriete manier van voordragen en dat heb ik verwerkt in een dichtvorm. Morgenavond draag ik dit voor tijdens, hoe toepasselijk, de Leidse Poëzieslag. Hieronder het gedicht 'Poëzieslagveld':


Poëzieslagveld

‘Uit het hoofd,
Zoals het hoort’
Gooi ik bij deze overboord-
Ik heb nog
Niemand
Met enige autoriteit
In mijn optiek
Horen zeggen
Zo een publiek
Te moeten bekoren.

Dat is niet mijn stijl,
Vriend
Want ik ben
Pen en papierlijk
Bewapend-
Zwaarbeladen
Met poëtische kogels
Zonder haken en ogen.

Ook zo
Kan de dichter pogen
Zijn of haar toehoorders
Smoor te krijgen
Middels voordrachten
En verhalende dromen
Uit zijn poëticale
Clochardbestaan.

Dat is hoe ik ijver,
Lief,
Als ik je deze regels schrijf-
Ondertussen
Het papier erbij
Houdend als ik deze regels
Heimelijk
In gedachten,
In levende lijve
Voor je oprijm.

Doch is dat niet jouw stijl,
Vriend,
Ik zie het-
Jij verkiest
Het verdienen
Van respect voor je poëzie
Met gestuiter,
Armig heen en weer gezwiep
En gezwaai
En licht agressief getier-
Echter,
Soms traag liefkozend,
Immer uit het hoofd.

Nauwelijks monotonendoof
Heeft elke dichter
Zijn manier gekozen
om de plek,
Waarvan zij vinden op te behoren
Op dit Poëzieslagveld,
Te veroveren
Maar het voordragen van gedichten
Had nooit een competitie
Moeten worden.

Wedijveren om
Brengen van poëzie
Is participeren in literaire moord
In plaats van honoreren van het gesproken woord,
Gelezen vanaf papier
En bedoeld als vertier
En schoonspoelen van de ziel
Van de luisterende lezer.

Het afmaken en breken
Van dichters
Op een Poëzieslagveld
Zou niet moeten mogen-
De stem van de fanaten
Moet harder gelden,
Om onzekere dichters
Zich te laten melden
En zich onbevangen
Te meten
Met hun helden,
Ieder hun dicht
Te laten zeggen.

‘Uit het hoofd,
Zoals het hoort’
gooi ik bij deze overboord-
Poëzieslagvelden overleven
Behoort niet tot mijn
Dromen.

M.S.

woensdag 9 februari 2011

Stilstaan

En dan ben je opeens in een grote stad als Rotterdam. Dan sta je in je hoofd even stil. Want je bent aanbeland op weer zo'n moment in je leven. Het keerpunt. De kruising. Het moment van bezinning: waar moet dit heen? Waar gaat dit heen? Hoe kan dit beter? Interessanter? Vruchtbaarder? Je weet het niet en tast in het duister.

Eigenlijk besef je het nu pas. Dat je niet durft te kiezen. Kan kiezen. Om je eigen weg te gaan. Alles achter je te laten. En een compleet nieuw pad bewandelen, zonder te weten waar je eigenlijk aan begint. Wat het inhoudt, zo'n schrijversbestaan. Ik zou het ook niet weten, op het schrijfdeel na dan. Maar wat nog meer? Roem en onsterfelijkheid komen niet vanzelf en al helemaal niet meteen. Het is hard werken, soms op een houtje bijten. Dingen laten, gok ik. Alles opgeven voor de kunst. Het vak. Want daar hebben we het over.

Maar je zou het ook kunnen voorbereiden. Kan dat? Vast wel. Wat rust, even wat anders doen om te zien of het nog steeds blijft branden. Die vlam van inspiratie. Eventjes maar, om te zien of het leidt tot nieuwe inspiratie. Nieuwe ideeën. En meer tijd om werk te voltooien. Misschien ook niet. Misschien is dit gewoon een winterdipje.

Maar sowieso niet getreurd, want er is een schrijfwedstrijd in Rotterdam, een columnwedstrijd en een poetry slam in Leiden en Rotterdam die aanstaande zijn. Dus voorlopig zijn we wel weer even zoet!

M.S.