woensdag 27 maart 2013

100 e-mailadressen


In het nabericht van de vorige blog zei ik dat als ik 100 e-mailadressen verzameld zou hebben, ik een nieuw en langer fragment uit 71|17 zou posten. Nou, het is me gelukt (DANK!) en ruim voor mijn sluitingstermijn (HOERA!). Dus zonder al te veel woorden meer vuil te maken, en me weer te storten op de laatste correcties voordat het manuscript naar de vormgever gaat, het beloofde fragment:

(...)Rashid begon te tikken met zijn voet. Enkele tikken later pakte hij in recordtijd zijn pakje sigaretten uit zijn zak, nam zijn laatste sigaret eruit en stak hem op. Ik heb het mijn moeder Eva ook wel eens zien doen. Stiekem, als mijn vader niet thuis was. Ze ging dan in haar eentje naar buiten. Even een blokje om. Ik heb haar nooit verteld dat ik door het raam keek, om te zien waar ze heen ging. Eva ging dan ook nergens heen. Voor ons huis zag ik haar een sigaret opsteken. Gehaast, alsof niemand het mocht zien. Nu ik eraan terug denk, meende ik een traan over haar wang zien rollen. Schouders die schokten. Ze zag er gebroken uit, als iemand die het even niet meer zag zitten. Toen was ik nog te klein om te begrijpen wat ik zojuist gezien had. Nu pas realiseerde ik me dat ik het begin van het einde had aanschouwd. Het einde van ons gezin, haar moederschap. Ik nam aan dat de vertraagde beelden van een rokende Rashid voor me niet dezelfde lading zouden hebben. Net toen ik ook een sigaret op wilde steken tikte Martin mij aan.
‘Daar,’ zei hij en wees in de richting van de Oude Binnenweg.
‘Waar,’ riep Rashid uit, ‘wat?’
Ik zag ook niets, maar bleef die richting opkijken. Opeens merkte ik een meisje op dat er goed uitzag, alleen liep en onze kant op kwam. Ik had haar eerder gezien, kende haar ergens van. Hopelijk is het niet weer Miranda, zei ik in gedachten. Voor een antwoord zou ik moeten wachten.
Martin had intussen zijn onderzoekende pose ingewisseld voor een ‘ik ben Martin, lekker intellectueel en gewillig’-pose. Toen ik mijn hoofd draaide naar Rashid was hij net bezig zijn haar te bewonderen in de etalageruit. Vanuit mijn ooghoek zag ik mijn spiegelbeeld breed naar me grijnzen. Ik keek hem aan. Hij veranderde plotseling in een oude man, die daarna tot stof verging. Uit het stof herrees mijn spiegelbeeld, om dit keer langzamer tot stof te vergaan. Bij het wegrotten van elke laag huid en spieren sijpelde er donkerrood bloed naar beneden. Dit veranderde in een zwarte drab, waar vliegen en maden zich in rap tempo begonnen te nestelen. Het gezicht verzakte waardoor het steeds droeviger begon te kijken. Mijn handen begonnen te trillen en de knoop in mijn maag begon op hetzelfde moment dat mijn rug klammer dan ooit begon te voelen. Ik voelde me misselijk worden en neigde te gaan overgeven. Vol afgrijzen wendde ik mijn hoofd af, zodat Rashid weer in mijn blikveld stond. Hij had een ‘stoere, verleidelijke’ houding aangenomen. Jammer voor hem leek het mee op een kakhouding.
Rashid stond tegen de etalageruit geleund. Hij was iets door zijn gespreide benen gezakt, had zijn handen in zijn zij gezet en grijnsde breed. Het leek alsof hij iets wilde zeggen. Kijk mij, ik ga straks kakken op straat om indruk te maken op een meisje, hoorde ik hem in mijn verbeelding zeggen. Ik lachte in mijn vuistje, maar vond het tegelijkertijd best zielig. Rashid maakte zo absoluut geen kans. Toch was het een goede jongen. Een vriend. Hoewel hij altijd zijn best deed, faalde hij keer op keer bij de vrouwen. Maar we gunden hem stiekem meer, hoe hard we hem ook uitlachten.
Het meisje moest ons ook al hebben opgemerkt, want het begon me duidelijk te worden dat ze recht op ons af liep. Hoe meer ze ons naderde, des te meer deed ze me denken aan Sofía. Toen ze nog maar een paar meter van ons verwijderd was, bleek het inderdaad Sofía te zijn en sprong ik bijna een gat in de lucht van blijdschap. Ik had geen tijd om het werkelijk te doen, want Sofía sloeg haar armen om mijn nek en zoende me vol op de mond. Mijn tong gleed automatisch naar binnen precies op het moment dat ze haar lippen van elkaar haalde. Even kwam het in me op dat Martin en Rashid er bij stonden en naar keken. Maar die gedachte was even snel verdwenen als dat hij gekomen was. De knoop in mijn maag kwam spontaan terug, maar zorgde dit keer niet voor een misselijk gevoel. Het voelde eerder alsof ik heel licht werd en begon te zweven. Alsof Sofía me op een wolkje tilde en wij er samen vandoor zouden vliegen. Gelukkig. Verliefd. Verbonden door een kus waar geen eind aan leek te komen. Alles om ons heen was niet belangrijk meer, slechts het hier en nu telde. Mijn Sofía, de jonge vrouw die mijn hart in vuur en vlam zette. Mijn Sofía, wiens hart een mysterie was voor mij maar zich liet schenken aan mij. Ik…
‘Ahum,’ hoorde ik links van mij.
Ik gaf geen kik.
‘Ahum,’ hoorde ik weer. Dit keer kwam het van rechts en was het wat harder, wat meer overdreven.
Ik moest lachen en hield op met zoenen.
‘Zou je ons niet even voorstellen,’ vroeg Martin.
‘Ja joh,’ plakte Rashid eraan vast, ‘heb je nooit van delen gehoord?’
Hij knipoogde.
Sofía keek me heel verlegen aan. Tegelijkertijd lachte ze haar mooiste lach. Dat was de mooiste glimlach van een meisje die ik tot nu toe had gezien. Op dat moment was ze op haar mooist. Mooier dan ze zojuist was kon ze bijna onmogelijk worden. Tegelijkertijd was het ook een kwetsbare lach, waarmee ze om hulp riep. Mijn hulp. Ze drukte zich tegen me aan en sloeg een arm om mijn middel. Even kneep ze me zacht en keek me toen aan. Ik hoopte dat ze zou zeggen ‘Help, vriendje. Die jongen is gemeen’, maar dat zei ze niet. Ze gaf me wel een warm gevoel. Het idee dat ik haar koene ridder was die haar moest beschermen. Ik lachte terug en kreeg nog meer vlinders in mijn buik, voelde me ongemakkelijk. Ze was mooi en verraste me daar elke keer weer mee. Maar voor de twee jongens tegenover ons wilde ik me niet laten kisten, overkomen als een watje. Dus stelde ik haar fier en vrolijk voor.
‘Je hebt gelijk,’ zei ik nog half lachend, ‘dit is mijn meisje. Sofía.’
(...)


M.S.

NB: t/m 31 maart a.s. kun je nog je e-mailadres opgeven om de éénmailge promotiemailing te ontvangen van 71|17 van Uitgeverij Free Musketeers. Daarna is het niet meer mogelijk en wordt het gewoon afwachten tot het boek uit is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten